Deltacommissaris Peter Glas heeft opdracht elk jaar voorstellen te doen die Nederland beschermen tegen hoogwater, te zorgen voor voldoende zoetwater en het land klimaatbestendig in te richten. Die laatste taak vraagt om innovatief management, nu klimaatverandering steeds sneller plaatsvindt. In Ladders tegen wolken vertelt Glas hoe hij het nationaal Deltaprogramma hiervoor op koers houdt.
‘In eerste instantie ga ik over de twee extremen van klimaatverandering: waterveiligheid (als er te veel is) en zoetwaterbeschikbaarheid (als er te weinig is). Dus ook naar de rivieren, maar vooral ook naar de lange termijn. Naar aanleiding daarvan is de commissie Veerman ingesteld die met een klinkend advies kwam: de veiligheid moet een factor tien omhoog en dat vraagt om een langetermijnaanpak die de komende 100 jaar jaarlijks zeker 1 miljard euro kost. De politiek heeft dat advies destijds overgenomen. En zowel die bestendige financiering als de bevoegdheden van een onafhankelijke regeringscommissaris zijn vastgelegd bij wet.’
Een nationaal programma!
‘Maar daarmee ben je er natuurlijk niet,’ vervolgt Peter Glas. ‘Mijn voorganger, Wim Kuijken, heeft dat op z’n eerste werkdag (1 februari 2010) luid en duidelijk gemaakt. Aan een zaal vol vertegenwoordigers van rijk, waterschappen, provincies en gemeenten. Het Deltaprogramma wordt, zo zei Kuijken, een nationaal programma voor en door alle regio’s, en in samenwerking tussen alle bestuurslagen. Dit krijgen we alleen voor elkaar als we het samen doen! Waarbij de focus van de deltacommissaris vooral ligt op het onderling verbinden, agenderen en bewaken van de voortgang in de uitvoering. Samen met partners komen tot de juiste probleemanalyse (aan de hand van een gedegen kennisbasis en sociaaleconomische en fysieke scenario’s), samen uitvoeren van joint fact finding en samen stapsgewijs op zoek naar steeds kansrijker wordende oplossingen.
Deze zijn in 2014 neergelegd in breed gedragen deltabeslissingen (wat willen we?) en voorkeurstrategieën (hoe doen we dat?). Het hebben van een concrete uitvoeringsagenda en duidelijke SMART-doelen in de tijd, met een jaarlijkse budgetritmiek en herijking elke 6 jaar, houdt iedereen scherp. Wat in de beginfase bij de opstart van het Deltaprogramma absoluut geholpen heeft is dat de waterschappen (zonder hen zou het niets worden, aldus m’n voorganger en daar was ik als voorzitter van de Unie van Waterschappen blij mee) op dat moment bepaald niet in een comfortabele positie zaten qua politieke populariteit. Doordat zij zich hieraan voluit verbonden ontstond al snel tussen alle bestuursorganen van rijk en regio een wederzijds belanghebbende win-win-situatie.’
‘Het Deltaprogramma gaat over de lange termijn, we kijken naar de verre toekomst. En als je nu goed voorbereid wilt zijn, moet je over vele ambtstermijnen heen kunnen kijken. Zonder eigenbelang en nationaal georiënteerd. De deltacommissaris heeft daarbij ‘soft power’: je werk doen zonder doorzettende macht dus. En juist dat onderstreept het belang om iedere dag opnieuw je toegevoegde waarde te laten zien: stel je dienstbaar en benaderbaar op en doe je werk gewoon elke dag goed.’
Wil je het gehele interview met Peter Glas lezen? Bestel dan het boek Ladders tegen Wolken.