nieuws

BurgerMasterclass Omgevingswet

Designers kunnen helpen de kloof te dichten tussen systeem- en leefwereld en participatieprocessen vlottrekken. Dat werd duidelijk op 15 november tijdens de BurgerMasterclass Omgevingswet op het NRE-terrein in Eindhoven, georganiseerd door kennisprogramma DuurzaamDoor in samenwerking met moderator Jean Eigeman, GreenWish en LSA. Door inbreng van jonge designers werd werkelijke verbinding mogelijk en ontstond ruimte om grenzen te overschrijden.

Het pand van ontwerperscollectief Nul Zes op het NRE-terrein bood de ideale voedingsbodem voor de BurgerMasterclass. Het terrein is volop in ontwikkeling, met tal van nieuwe plekken waar bewoners zich vrij voelen zelf invulling te geven aan de ruimte. ‘De Omgevingswet in de praktijk,’ stelt Tarsy Lössbroek van DuurzaamDoor. Duurzaamdoor wil de kracht van onderop zichtbaar maken en mobiliseren, ook in het kader van de Omgevingswet. Lössbroek: ‘Daarom kregen maatschappelijke initiatiefnemers en burgers de “masterrol” in de workshop. Zij kunnen de systeemwereld leren wat de transitie van de Omgevingswet in de praktijk precies inhoudt. Zo schep je ook een gelijkwaardigere verhouding binnen de samenwerking.’

‘Voorwaarde is dat de leefwereld en systeemwereld elkaar dan wel op een constructieve en productieve manier kunnen vinden. De “koekoeksparticipatie”, waarbij de overheid nu en dan contact heeft met bewoners en zich dan weer terugtrekt in z’n eigen wereld, daar moeten we vanaf. Maar hoe dan wel een goede verbinding kan worden gemaakt, blijkt lastig. Daarom hebben we ook designers erbij betrokken. Zij kijken op een eigen frisse wijze naar vaak hardnekkige vraagstukken, stellen andere vragen en bieden andere oplossingen.’

Ontwerperskracht
Het designersteam, onder leiding van coach Anne van Strien, kreeg opdracht de BurgerMasterclass vorm te geven. Van Strien: ‘Vanuit de transitieleer is duidelijk dat de huidige systemen niet meer toereikend zijn. Er zijn nieuwe systemen nodig, met nieuwe vormen voor bijvoorbeeld samenwerking en communicatie, waardoor systeemverandering kan plaatsvinden.’ Voor de workshop koos het designersteam de vorm van een expeditie met als doelstelling: de relatie helen tussen systeem- en leefwereld. ‘Een expeditie is een ruimte waarin je mag zoeken, nog niet alles hoeft te weten, echt als een reiziger op pad gaat en kijkt wat je tegenkomt. Op een ander niveau is de Omgevingswet daar een mooi voorbeeld van. De Omgevingswet nodigt uit tot integrale samenwerking, kansen pakken en vertrouwen dat de uiteindelijke uitkomst goed zal zijn. En dat is lastig als je – zoals in de systeemwereld – gewend bent aan procedures, geboden, verboden, kaders en richtlijnen. ’

‘In onze cultuur vinden we het ongemakkelijk om dingen niet te weten, maar als je daar een ruimte voor maakt, zoals een expeditie, dan is dat oké. Dan is er een veilige ruimte waarin je samen op onderzoek gaat hoe je de relatie kunt helen. Designers zien dat vorm daarin belangrijk is. Door de vorm voelen deelnemers zich veilig om uit het hokjesdenken te komen en grenzen te verleggen. Het vergt ontwerperskracht om de juiste sfeer en vorm te scheppen waarin heling plaats kan vinden.’

Brug
De deelnemers waren zorgvuldig geselecteerd door GreenWish. Van verschillende maatschappelijke initiatieven in de fysieke omgeving werden vertegenwoordigers van de systeem- wereld en de leefwereld uitgenodigd, juist ook van initiatieven waarin de samenwerking stroef verliep. Al direct bij aankomst op het station in Eindhoven, vlak bij de workshoplocatie, werden koppels of soms trio’s samengebracht voor de rest van de dag. Elk koppel kreeg opdracht om te beschrijven in welk landschap hun maatschappelijk initiatief speelt en wat de historie van dat landschap is. Lössbroek: ‘Het bleek een uitermate krachtige beginoefening die de toon zette voor de rest van de dag. Doordat beide partijen vanuit hun eigen perceptie het landschap beschreven, vormde het landschap als het ware een brug waarop ze elkaar konden ontmoeten op een gelijkwaardig niveau. Zo ontstond vanaf het begin ruimte om dilemma’s uit te spreken op een niet-verwijtende manier.’

Systeemfouten
In de nabespreking bleken deze dilemma’s bij meerdere initiatieven te spelen, vertelt Lössbroek. ‘Dat kan duiden op “systeemfouten” die
in aanloop naar de invoering van de Omgevingswet nog aandacht nodig hebben. Initiatiefnemers die bij de gemeente aanklopten voor ondersteuning voor projecten, bijvoorbeeld voor het maken van een voedseltuin, kregen soms te horen dat hun initiatief vooral hun eigen belang zou zijn. De bewoner gaat dan met de spreekwoordelijke aap op z’n schouder terug naar huis. Er is te weinig besef dat een voedseltuin ook in het belang van de gemeenschap is. Een stukje aap van de bewoner overnemen, kan zomaar betekenen dat meerdere maatschappelijke doelen worden gediend, zoals meer biodiversiteit en sociale cohesie.’ Ander gedeeld pijnpunt was dat een participatietraject serieus tijd kost. ‘Ambtenaren krijgen gewoon betaald, maar de burger moet het traject vaak in zijn eigen vrije avonduren doen. Zouden burgers ook niet gewoon een vergoeding mogen krijgen? Nog een punt: regelmatig worden mooie projecten afgewezen omdat ze niet passen in het vergunningstelsel. Werkelijk kwalitatieve participatie gaat ook over gunnen in plaats van alleen maar vergunnen.’

Of design de panacee voor participatie is, zover wil Lössbroek niet gaan. ‘Maar de zorgvuldig vormgegeven dag biedt nieuwe tools en ingrediënten die het mogelijk maken om participatie echt te laten werken. We gaan deze BurgerMasterclass zeker verder uitdiepen.’

Alles weten over de bevindingen tot nu toe? Vind meer informatie, het reisverslag van de expeditie en een podcast op de website van DuurzaamDoor.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *