nieuws

Experimenteerruimte City Deals kan beter worden benut

De ruimte voor experiment kan bij City Deals nog beter worden benut. Dat is een van de conclusies van het PBL dat het instrument City Deals heeft geëvalueerd op verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

In City Deals leren beleidsmakers elkaars taal verstaan en ontwikkelen ze in concrete (stedelijke) projecten meer begrip voor elkaars context. De meerwaarde van het instrument City Deals zit deels in het ‘meerlaags’ werken in netwerkverband (‘multilevel governance’). Door kennis en kunde over de beleidskaders van het rijk en de stedelijke uitvoeringspraktijk uit te wisselen, worden knelpunten in de relatie tussen beide (eerder) bespreekbaar. Deze nieuwe vorm van samenwerking kan zijn weg vinden naar regulier beleid.

Daarnaast proberen de City Deal-partners belemmeringen op te ruimen voor innovatieve oplossingen van complexe vraagstukken, zoals klimaatadaptie, binnenstedelijk bouwen en circulaire economie. Het instrument leent zich daarvoor, maar de ruimte voor experiment kan nog beter worden benut.

Het PBL doet de volgende aanbevelingen om de ruimte voor experiment nog beter te benutten:

  • Versterk de beschermde ruimte voor experimenten en innovatie.
    City Deals kunnen nog meer fungeren als een ‘beschermde omgeving’ voor uitdagende experimenten en innovaties die nodig zijn voor transities. Steden zouden de ruimte die ze al hebben intensiever kunnen verkennen. Het Rijk kan zich flexibeler opstellen en in lijn met de uitgangspunten van Agenda Stad belemmeringen als gevolg van wet- en regelgeving en ingesleten gewoontes wegnemen.
  • Omschrijf het leerproces explicieter.
    Alle betrokkenen zien de meerwaarde van experimenteren. Zij zouden meer kunnen leren van experimenten als het leerproces explicieter wordt omschreven. Steden kunnen duidelijker reflecteren op het verband tussen een lokaal experiment en hoe zij na afloop lessen in praktijk gaan brengen, hoe zij resultaten met andere stedelijke regio’s gaan delen, en wat ervaringen in de lokale stedelijke praktijk betekenen voor het beleidskader van de Rijksoverheid. Dit vergroot de mogelijkheden voor de in Agenda Stad beoogde inktvlekwerking (kennis delen over de grenzen van regio’s en domeinen heen) en opschaling (naar hogere ruimtelijke schaal- of bestuursniveaus). Het Rijk kan hierbij een actievere rol spelen door procesgeld beschikbaar te stellen voor het betrekken van onderzoeksexpertise en door een platform of ‘community’ op te zetten waarin op landelijke schaal lessen uit ‘best practices’ worden verzameld, ontsloten en gedeeld.
Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *