Tekst Marc Notebomer
Gemeenteambtenaren geven een ruime voldoende aan de burgerparticipatie in hun gemeente: gemiddeld een 6,7. Tegelijkertijd maken ze duidelijk dat ze meer opleiding en capaciteit nodig hebben om burgerparticipatieprojecten goed in te richten. Volgens de helft van de gemeenteambtenaren krijgen inwoners geen terugkoppeling over de projecten waarbij ze zijn betrokken. Het lijkt er dus op dat er nog wel wat verbetering mogelijk is in de uitvoering van burgerparticipatie in Nederlandse gemeenten.
Een en ander blijkt uit de Barometer Burgerparticipatie, een raadpleging van Ambtenarenpanel onder ambtenaren van Nederlandse gemeenten. De ambtenaren is gevraagd wat de doelstellingen zijn van burgerparticipatie in hun gemeente. Een belangrijke blijkt te zijn: de kwaliteit van beleid vergroten. Die wordt door 64 procent genoemd. Nog een belangrijke doelstelling is: inwoners invloed laten uitoefenen (57 procent), op de voet gevolgd door het horen van inwoners (50 procent). Ook het verkleinen van de kloof tussen inwoners en overheid wordt relatief vaak genoemd, door 45 procent. Daar staat tegenover dat andere doelstellingen, zoals draagvlak creëren (28 procent) en draagvlak verkennen (12 procent), door opvallend weinig ambtenaren worden genoemd. En zelfredzaamheid vergroten bungelt helemaal onderaan en wordt slechts door 5 procent genoemd.
Ook is de ambtenaren gevraagd wat zij de belangrijkste kernwaarden vinden op het gebied van burgerparticipatie. Samenwerking en transparantie steken met kop en schouders boven de andere genoemde waarden uit, met 50 en 47 procent. Vertrouwen wordt genoemd door 43 procent van de deelnemende ambtenaren en verbinding door 38 procent. Draagvlak en inclusiviteit scoren ook redelijk met 26 en 24 procent. En nog eens 16 procent noemt verantwoordelijkheid, 10 procent diversiteit, 9 procent doelgerichtheid, 5 procent wederzijds respect en 2 procent zelfsturing.
Randvoorwaarden
Hoe is het met de randvoorwaarden voor burgerparticipatie gesteld in de gemeenten van de deelnemende ambtenaren? Zeven op de tien professionals geven aan dat het participatiebeleid (71 procent) en het participatiekader/stappenplan volledig/grotendeels (74 procent) zijn uitgewerkt. Nog eens 50 procent zegt dat er een participatieverordening is en 53 procent en 48 procent noemen faciliteiten als een digitaal participatieplatform en een centrale plaats om informatie. Bij 39 procent van de ambtenaren is bovendien een training/workshop participatie mogelijk.
Maar niet alles is even goed geregeld. Zo wordt een expertiseteam voor burgerparticipatie het meest genoemd als een zaak die door de gemeenten dient te worden georganiseerd. Verder lijkt de beschikbaarheid van (financiële) middelen het grootste struikelblok te zijn om burgerparticipatie te laten slagen vanuit organisaties: een op de vijf geeft dit aan. Volgens meer dan de helft van de professionals is er een betere interne inrichting van het participatieproces en draagvlak vanuit de collega’s nodig om burgerparticipatie te laten slagen in de interne organisatie.
*Dit is het eerste deel van een artikel uit PD 54: Burgerparticipatie
Lees hier verder