nieuws

Gemeenten schieten tekort in aanpak mensenhandel

Nederlandse gemeenten laten het te vaak afweten bij de aanpak van mensenhandel. Dat zegt de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen, Corinne Dettmeijer-Vermeulen, in de Tiende rapportage mensenhandel, die vandaag verschijnt.

In 35 procent van de gemeenten heeft men geen idee of mensenhandel voorkomt. Hoe kleiner de gemeente, hoe vaker het aan zicht ontbreekt. Dit vindt Dettmeijer-Vermeulen zorgwekkend, omdat mensenhandel niet alleen in grote steden, maar ook in kleinere gemeenten voorkomt. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de zorg en opvang van slachtoffers. Bovendien kunnen zij slachtoffers van mensenhandel signaleren en met gemeentelijke bevoegdheden daders aanpakken. Toch geeft ruim 95 procent van de gemeenten aan geen specifiek beleid over mensenhandel te hebben.

Dettmeijer-Vermeulen  onderzocht ook hoe Nederland omgaat met de bescherming van buitenlandse slachtoffers van mensenhandel. Zij hebben recht op een speciale regeling. Tijdens de zogeheten ‘bedenktijd’ kunnen slachtoffers niet het land uit worden gezet. Daardoor hebben zij de tijd en rust om na te denken over het doen van aangifte tegen de mensenhandelaar. In de praktijk blijkt dat de aanbieders van de bedenktijd (de politie, Koninklijke Marechaussee en Inspectie SZW) verschillende drempels hanteren bij het verlenen ervan, waardoor slachtoffers die daar recht op hebben soms niet beschermd worden.  ‘Het zou niet uit moeten maken of je iemand van de Inspectie SZW of van de politie treft, aldus Dettmeijer-Vermeulen: ‘Alle slachtoffers van mensenhandel verdienen bescherming op hetzelfde niveau en volgens dezelfde regels.’

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *