nieuws

Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer wil mogelijkheden jeugdzorg optimaal benutten

In de jeugdzorg is geen centrale visie of regie. De aanbestedingsprocedures moeten simpeler worden, want ze leiden nu tot kapitaalvernietiging en niet tot betere zorg. Grote problemen, zoals kindermishandeling, schooluitval en zelfmoord onder jongeren, zijn nog steeds niet opgelost. Kinderombudsvrouw Margrite Kalverboer trekt aan de bel bij de politiek.

Kalverboer stuurde eind maart een brandbrief aan minister De Jonge van Volksgezondheid. Ze is zeker niet over een nacht ijs gegaan. ‘Ik heb lang gewacht met het schrijven van die brief,’ zegt ze, ‘want het is altijd makkelijk praten vanaf de zijlijn. De transitie van de jeugdzorg van het rijk naar de gemeenten heeft tijd nodig.’ Maar die decentralisatie is inmiddels vier jaar geleden ingezet en de vraagstukken zijn nog steeds groot. ‘Dat ik nu aan de bel trek, komt doordat grote problemen niet zijn opgelost. Neem kindermishandeling. Dat gaat nu over naar schatting 90.000 tot 130.000 kinderen. Voorheen waren dat er ongeveer 120.000, dus er is geen afname te zien. Hetzelfde geldt voor langdurige schooluitval – dat betreft nog steeds 4000 jongeren – ondanks alle programma’s om dat terug te dringen de afgelopen jaren. En het aantal suïcides onder jongeren neemt toe, ook binnen de instellingen. We moeten dus kritisch kijken hoe we het systeem beter en eenvoudiger kunnen maken, zodat kinderen de hulp krijgen die ze nodig hebben.’
De Kinderombudsvrouw kan ook de oorzaak van de problemen aanwijzen. ‘De verkokering is het grote probleem. Er wordt steeds gekeken binnen specifieke domeinen en niet over de schotten heen. Het grote beeld wordt onvoldoende herkend. Het ontbreekt aan een brede visie, een perspectief. Wat gun je ze, wat hebben ze nodig? Die vragen blijven onbeantwoord. Er zijn veel mensen bij de jeugdzorg betrokken en de decentralisatie heeft de gemeenten een ruime mate van vrijheid gegeven om zelf hun beleid in te vullen. Dat doen ze op heel verschillende manieren. Een grote lijn, een visie op hoe we de hulpverlening aan jongeren moeten organiseren, is er niet. De verkokering staat de ontwikkeling van een gezamenlijke visie in de weg.’

Herbezinning
Geen centrale visie dus, en ook geen centrale regie. Kalverboer: ‘In het verleden hadden we minister Rouvoet als minister voor Jeugd en Gezin. Hij had geen eigen middelen en die functie is verdwenen, maar het was wel een mooie rol. De problemen van jongeren gaan over bijna alle domeinen heen, ze kunnen te maken hebben met gezondheid, armoede, vechtscheidingen en noem maar op. Portefeuillehouders, zowel ministers als bijvoorbeeld wethouders, kunnen soms lastig over de schotten heen kijken. Maar op alle niveaus is de bereidheid nodig om een gezamenlijke visie te ontwikkelen en regie te voeren. Er moet een herbezinning komen, waarbij we de belangen van de jongeren vooropstellen en systemen daarop afstemmen.’
Uit gesprekken met jongeren weet Kalverboer tal van voorbeelden op te noemen van schrijnende situaties, die het gevolg zijn van de verkokering. ‘Een autistische jongen die al van drie basisscholen is afgegaan en die speciaal onderwijs nodig heeft dat op een particuliere school wordt geboden. Maar de middelen mogen alleen worden gebruikt voor onderwijs op een openbare school. Daar hebben 20 mensen vanuit allerlei instanties mee te maken en geen van hen had die jongen ooit zelfs maar gezien. Dat kan niet. Een jongen die in een instelling verbleef, vertelde me dat hij daar ruim drie jaar geleden ook had gezeten. Toen werd hij behandeld, nu niet. Of neem de pleegzorg. De betrokken bestuurders zeggen dat jongeren weinig worden verplaatst, maar jongeren zelf vertellen me dat ze soms wel 16 keer verhuizen. En kinderrechters besloten jongeren in gesloten instellingen te plaatsen, omdat er geen plaatsen in open instellingen zijn. Zoals het nu gaat, is het niet goed: het is duur, en het leidt niet tot betere zorg.’

Samenhang
‘De aanbestedingsprocedures moeten ook veranderen,’ vindt Kalverboer. ‘We hebben rond de aanbesteding van de jeugdzorg grote administratieve apparaten opgebouwd, zowel bij de gemeenten als bij de zorgaanbieders. Dat kost allemaal geld. Het is kapitaalvernietiging en dat geld komt niet ten goede aan de zorg die jongeren nodig hebben.’ Dat het kabinet meer geld voor de jeugdzorg wil uittrekken, is mooi maar dan moet het wel goed worden besteed. Kalverboer: ‘Mijn angst is dat het vooral leidt tot een toename van het aantal instellingen dat aan aanbestedingen deelneemt. Dat is niet de oplossing. We moeten de problematiek meer in samenhang gaan zien. Scholing bijvoorbeeld geeft jongeren een perspectief. Maar je kunt dat niet los zien van bijvoorbeeld hun thuissituatie. Iedereen werkt nu op zijn eigen terrein aan oplossing, dat is niet efficiënt of effectief. Er wordt onderling weinig informatie uitgewisseld. Er zijn allerlei actieprogramma’s vanuit de overheid. Daarin moet verband worden aangebracht, zodat we elkaar kunnen vinden met de resultaten.’ Ondanks alle problemen en kritiek vindt de Kinderombudsvrouw niet dat de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten op een mislukking is uitgedraaid. ‘Ik vind het vooral zonde dat we mogelijkheden niet optimaal benutten, dat de financiën niet op de plek komen die tot betere zorg leidt. Ik mis met name een samenhangende visie op onder meer zorg, onderwijs, werk en de problemen in krimpgebieden, over alle domeinen en door alle bestuurslagen heen.’

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

  1. Aantallen kindermishandeling: we moeten accepteren dat het om 10% van de kinderen gaat, dus 3 per schoolklas. Wel erg eens met het ontbreken van een verbindende visie, waardoor verkokering leidend blijft.
    NO KIDDING pilot project (met bijdrage ZonMw) nu van start met Masterclass Jeugdzorg: ervaringsdeskundigen koppelen aan zorgprofessionals om grenzen te overstijgen. Zowel onderling, als richting cliënten, als om transformatie eigen organisatie gestalte te geven. Start met meerdaagse training (30.08 t/m 03.09.19) om deze duo’s te formeren en te trainen. Daarna de praktijk in: hier gebeurt het….
    Beste Margrite, je bent van harte uitgenodigd om zelf te ervaren hoe dit tegemoet komt aan je wensen tot verbetering. Zie http://www.nokidding.nl

  2. Ik onderschrijf van harte dat het ontbreekt aan een samenhangende visie maar vooral ook een integrale uitvoering en inzet als het gaat over jeugd(problematiek). In de aanloop naar de transitie zijn mooie maar losstaande visies op papier gezet. Nu proberen (voorheen niet vanzelfsprekend) samenwerkende partijen elkaar vooral te vinden op “wat is ook alweer de bedoeling”? Dit geeft m.i. aan dat na 4 jaar vanuit verschillende percepties invulling wordt gegeven aan diverse visies. Ik heb o.a. (op verzoek van gemeenten) onderzoek gedaan naar de samenwerking tussen de gemeenten en de Gecertificeerde Instelling. Twee werelden die sinds de transitie bij elkaar zijn gekomen. Belangrijkste conclusies uit het onderzoek waren: voor de gemeenten betekende (de invulling van) veiligheid iets geheel anders dan voor de G.I. en de gemeenten zagen regie in het jeugddomein als regie op instellingen en niet op het totaal. Het kost dus (te?) veel tijd en aan de partijen (lees vanuit VWS de gemeenten) wordt grotendeels overgelaten hoe e.e.a. vorm en inhoud te geven, met inderdaad veel proefballonnen en stimuleringsbijdragen. Het beeld: geen samenhang en geen integrale uitvoering maar overal weer anders en helaas nog geen substantiele verbetering. Dus de kinderombudsvrouw heeft een punt. Toch gloeit er licht aan de horizon: jeugd staat op de agenda van vrijwel alle gemeentebesturen, al is het maar omdat er een tekort op de begroting is. Niet de meest gelukkige reden maar toch. Ik ben projectleider in diverse gemeenten en werk samen met hen aan de sleutel: dat is niet wijzen naar 1 (schuldige) partij maar binnen en buiten de gemeente domeinen bij elkaar brengen; onderwijs, gezondheidszorg, werk en inkomen, welzijn, jeugdhulp, beleid, uitvoering, management. Niet om oeverloos te praten maar om op basis van concrete casuistiek en vanuit het belang van het kind/de jongere een integrale aanpak uit te voeren. Dit betekent vooral dat niet iedereen doet wat hij/zij denkt dat hij/zij moet doen maar wat nodig is, dus vaak uit domein overschreidend. Een boeiend, taai, leerzaam proces dat niet direct tot grote en aansprekende resultaten leidt maar wij redeneren: iedere jongere die op deze manier geholpen wordt is er weer 1.
    Rudy Bonnet.
    Projectleider, onderzoeker, trainer, coach voor gemeenten en organisaties vanuit Stade Advies en 40 jaar werkzaam in het domein jeugd.

    1. En wat Stade Advies ook goed doet, is zien dat er informele zorg is die ook geïntegreerd kan worden en draagt daar toe bij. Er is nu een ‘Collectief voor Steun aan Kind en Gezin’ van 5 projecten die elkaar kunnen aanvullen en als verbinding, denkend vanuit vrijwillige steun, met ieders eigen inbreng, maatwerk kunnen leveren. Formele zorg uit GGZ, Wijkteams, JGZ zijn met die initiatieven verbonden. We hoeven niet allemaal hetzelfde te kunnen om samen te werken.
      Er is een ontwikkelaar betrokken vanuit VNG OZJ (Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd). Attje Kuiken heeft half mei l.l. een motie ingediend in de tweede kamer voor initiatieven zoals MeeleefGezin, die door minister Hugo de Jonge direct positief werd ontvangen en op 4 juni eensgezind is aangenomen. Het gaat natuurlijk om het resultaat, wat gebeurt er met deze initiatieven: binnenkort vindt er een gesprek plaats met de beleidsadviseur van VWS. Het bestuur van de samenleving moet ook meebewegen met alle goede initiatieven op de werkvloer, anders wordt het niets.
      Tevens komt er een initiatief op gang om GGZ volwassenzorg te verbinden met JGZ, een uitdaging. En ten slotte is ook Friesland actief en organiseert het tweede congres LEV (Leer Elkaar Vertrouwen) zie http://www.kien.nl. Geïnteresseerd geraakt, kijk ook op http://www.meeleefgezin.nl en volg ons op MeeleefGezin LinkedIn.
      Samen denken vanuit de behoeften van mensen dat moet centraal staan en dan maatwerk leveren met wat er aan hulp voorhanden is.

  3. Tellen we daarbij op vermiste dossiers bij OM en de vakanties, de deeltijdwerkenden en de doorstroom waardoor dossiers zes keer moeten worden toegelicht, dan is het ook wel vrij logisch dat de betreffende jongere, en zijn vader, het als een uitzichhtloze strijd tegen het systeem met mooie ambities en praatjes ervaren……..