Voor hun bestaanszekerheid kunnen mensen hun sociaal kapitaal inzetten, zegt onderzoeker Joke van der Zwaard. En overheden kunnen hun beleid daarop aanpassen, als ze mensen opzoeken en naar hen luisteren.
Joke van der Zwaard is ontwikkelingspsychologe en zelfstandig onderzoekster op het terrein van sociale ongelijkheid, sociale mobiliteit en emancipatie in relatie tot wonen, opvoeding en onderwijs. Voor bestaanszekerheid zijn niet alleen geld en formele rechten nodig maar ook sociaal kapitaal, zegt ze. ‘Met sociaal kapitaal bedoel ik het netwerk van mensen, kennis, diensten, en rolmodellen dat je kan helpen om je door het leven te slaan. Iemand kan je vertellen hoe je toeslagen regelt, waar je iets goedkoop kunt krijgen, je waarschuwen tegen oplichters, iets voor je ophalen, of je als rolmodel laten zien wat je kunt bereiken. Het kan ook gaan om emoties, zoals boosheid of verdriet, die je met iemand deelt. Vrouwen vormen soms een spaargroepje. Ze leggen een bedrag in, en dan kan een van hen iets kopen.’
Kampioen vrijwilligerswerk
Zulke netwerken kunnen volgens Van der Zwaard heel sterk en effectief zijn. ‘Je ziet bijvoorbeeld overal in Nederland initiatieven om alternatieven te bieden voor voorzieningen die verdwijnen, zoals winkels, buurthuizen en zelfs openbaar vervoer. En Nederland is in Europa een kampioen in vrijwilligerswerk.’ Naar de rol van de overheid kijkt ze kritisch. Van der Zwaard: ‘Overheden kunnen soms hinderlijk zijn of zaken afschuiven. Neem nou die vrouw in Loosdrecht met een bijstandsuitkering die een terugvordering kreeg omdat haar moeder boodschappen voor haar deed. Dan denk ik: zou de gemeente ook zo reageren als haar broer een muurtje voor haar schildert? Je ziet bijvoorbeeld ook in keukentafelgesprekken rond Wmo-regelingen dat gemeenten dingen zeggen als: o, u hebt een dochter, nou die kan toch wel dit of dat voor u doen?’
*Dit is het eerste deel van een artikel uit PD 51: Samen werken aan beter NL
Lees hier verder
Tekst: Bas Nieuwenhuijsen
Beeld: Shutterstock