Het werk van ambtenaren verandert snel. Veranderkracht is veel belangrijker dan tien jaar geleden. Daarom is een radicale vernieuwing nodig. We moeten naar een verhouding van ongeveer 80 procent werken en 20 procent leren, zeggen organisatiepsycholoog Aukje Nauta en programmamanager A+O fonds Gemeenten Marieke de Feyter.
Aukje Nauta is bijzonder hoogleraar Enhancing individuals in a dynamic work context aan de Universiteit Leiden en organisatiepsycholoog bij Factor Vijf. Factor Vijf steekt periodiek een thermometer in de HR-afdelingen van bedrijven en instellingen om te zien hoe het staat met de ontwikkelingen op het gebied van duurzame inzetbaarheid. Nauta: ‘Bedrijven doen nog niet genoeg. Ze vragen zich wel af of hun personeel voldoende is opgeleid. Als je het daarbij laat, kom je niet ver met duurzame inzetbaarheid. Je kunt je beter afvragen of het werk zelf leerzaam genoeg is.
Een aantal factoren is volgens Nauta belangrijk voor duurzame inzetbaarheid van mensen. ‘Vitamine A, van Aandacht! Praat met elkaar. Wat beweegt de ander, welke achterliggende belangen hebben mens en organisatie qua werk en ontwikkeling? Digitale platforms rukken op, waardoor her en der leidinggevenden al vervangen zijn door algoritmes die het werk aansturen. Daardoor voelen mensen zich niet altijd gezien en erkend, zijn ze louter een productiemiddel. Belangrijk zijn autonomie in het werk, je competenties ontwikkelen en verbinding te maken met anderen.’ Aandacht voor de individuele werknemer betekent maatwerk leveren, stelt Nauta vast. ‘Dat kan en hoeft niet op elk gebied, maar bijvoorbeeld wel als het gaat om het ontwikkelen van het vakmanschap van de werknemer.’
Ze ziet geen wezenlijk verschil tussen de overheid en andere werkgevers op dit punt. ‘Schaal doet wel iets, er is wel een verschil tussen bijvoorbeeld het mkb en grote bedrijven of organisaties. In kleine organisaties hebben mensen meer een familiegevoel. Kleinschalige, flexibele organisaties met aandacht voor hun mensen vormen een goede omgeving voor duurzame inzetbaarheid. Overheden zouden zichzelf meer in kleinschalige, cohesieve teams kunnen organiseren, zodat mensen voldoende uitdaging én veiligheid ervaren om ondernemend te zijn en af en toe wat nieuws uit te proberen.’
Meester in je Werk
Een actieve houding van de werknemer zelf is juist van belang voor zijn eigen duurzame inzetbaarheid, zegt Marieke de Feyter. Zij is een van de drijvende krachten achter Meester in je werk, een programma dat ambtenaren stimuleert om zelf met hun persoonlijke ontwikkeling en loopbaan aan de slag te gaan. ‘Het programma omvat een aantal activiteiten. Er is het digitale deel, de website Meesterinjewerk.nl, maar gemeenten kunnen ook zelf of samen met elkaar in actie komen. Zo staat de maand november in het teken van de Meester in je Werk-week; een landelijke actieweek bij gemeenten over loopbaan, persoonlijke ontwikkeling en vakmanschap. Met in het afgelopen jaar 187 workshops, 197 deelnemende organisaties en bijna 5000 deelnemers. Wij ondersteunen gemeenten tijdens deze week ook met extra communicatie. Het is allemaal bedoeld om mensen te stimuleren zelf de regie over de eigen loopbaan te pakken, want dat heeft veel meer effect dan wanneer ze het opgelegd krijgen of passief blijven.’
[blendlebutton]De website van het programma is de afgelopen jaren door ongeveer 10.000 ambtenaren bezocht, 3000 van hen maakten gebruik van eenn of meer mogelijkheden voor online leren. ‘Je begint met het invullen van de TalentSpiegel, zodat je een beeld krijgt van je eigen talenten, sterke en zwakke kanten. Daarvan krijg je een rapport dat je kunt bespreken met je leidinggevende, als basis voor verdere stappen in je ontwikkeling.’ De site biedt tal van mogelijkheden voor vervolgstappen, bijvoorbeeld e-learning modules op een breed scala van onderwerpen: van werken met Excel tot timemanagement en van foutloos Nederlands schrijven tot brainstormen en mindmappen.
Maar ook buiten de website is genoeg te doen. De Feyter: ‘We hebben bijvoorbeeld samen met gemeenten de training Baas in eigen Loopbaan ontwikkeld. Het begint weer met het invullen van de TalentSpiegel. Een trainingsdag met een groep van 10 andere deelnemers en een individueel gesprek met een trainer monden uit in een plan, dat op de tweede trainingsdag uitkristalliseert. En de eerste stap wordt gezet. De ervaringen hiermee zijn heel positief. Mensen krijgen een goed beeld van welk werk bij hen past. Dat kan iets anders zijn dan ze deden, maar je kunt ook dezelfde functie houden met andere taken.’
De Feyter: ‘Het werk van ambtenaren verandert snel. Het gaat minder om het handhaven van regels, en veel meer om in gesprek gaan met burgers en bedrijven. Daarvoor zijn competenties nodig als communiceren, samenwerken, de regie voeren op een proces.’ Voor het A+O fonds Gemeenten is nog veel werk te verzetten, beseft ze. ‘Er zijn ongeveer 150.000 mensen werkzaam bij de gemeenten. Wij zijn steeds bezig het programma te verbeteren en gebruiksvriendelijker te maken. Gemeenten kunnen Meester in je Werk bijvoorbeeld op hun intranet zetten. Loopbaanontwikkeling wordt steeds belangrijker. Veranderkracht is veel belangrijker dan tien jaar geleden.’
‘Sommige organisaties denken genereus te zijn als ze hun werknemers vijf dagen per jaar bieden om aan leren en ontwikkeling te besteden’, sluit Nauta af. ‘Maar een dag per week zou veel beter zijn! Er is een radicale vernieuwing nodig, we moeten naar een verhouding van ongeveer 80 procent werken en 20 procent leren. Daartoe zou de overheid leren goedkoop moeten maken. Als werkenden de tijd en ruimte krijgen, kunnen ze ook van en aan elkaar heel veel leren, zonder naar dure opleidingen te hoeven.’[/blendlebutton]