nieuws

Participatietraining voor de hele organisatie

Tekst Dave Schut
Beeld Gemeente Doetinchem

Van wethouders en managers tot projectleiders en nieuwe medewerkers: bij de gemeente Doetinchem leert iedereen lessen in participatie.

Marieke Gorkink is nu anderhalf jaar strategisch adviseur participatie bij de gemeente Doetinchem. ‘Participatie is natuurlijk niet nieuw,’ zegt ze. ‘We betrekken inwoners al veel langer bij beleid. Maar de afgelopen tijd is er extra aandacht voor. Het college wilde dit verder professionaliseren, daarom is mijn functie in het leven geroepen.’

Gorkink begon met onderzoek. ‘Landelijk zijn er veel studies te vinden rondom participatie en intern ondervroeg ik de collega’s. ‘Wat gaat goed, wat kan beter, wat heb je daarvoor nodig? Wat ik merkte, was dat ambtenaren een methodiek misten om participatie toe te passen. Een duidelijke aanpak, met bijbehorende instrumenten. Projectleiders die participatie serieus namen, hadden het gevoel dat ze iedere keer het wiel opnieuw moesten uitvinden.’

Op maat

De benodigde kennis en kunde ontbraken, was Gorkinks voorlopige conclusie. ‘Daarom zijn we gestart met een gemeentebreed opleidingstraject. Dat zal nodig blijven, omdat we natuurlijk steeds nieuwe medewerkers krijgen. Naast projectleiders en beleidsmedewerkers hebben ook managers en wethouders een workshop gevolgd. Iedere laag binnen de organisatie heeft een eigen rol bij participatie. Wethouders zijn er bijvoorbeeld om te sturen, managers moeten de organisatie voorzien van de juiste middelen en capaciteit, en medewerkers moeten er inhoudelijk genoeg van weten. De training is dan ook zo veel mogelijk op maat gemaakt.’ Afgestemd op de behoefte van de desbetreffende functie.

Vooral het nadenken aan de voorkant over de inzet van participatie vraagt aandacht, zegt Gorkink. ‘Je moet goed nadenken wanneer je participatie inzet, wat je doel is en wat dan precies je vraag is. In sommige fases is er namelijk geen sprake van participatie maar van communicatie. De gemeente heeft soms wettelijke taken die uitgevoerd moeten worden en daarin is participatie niet altijd mogelijk. Je moet dan natuurlijk wel helder communiceren waarom je bepaalde keuzes maakt. Ook moet je vooraf beoordelen of het onderwerp relevant genoeg is voor inwoners. Je wilt de beschikbare capaciteit en middelen inzetten op de juiste vraagstukken.’

Goed communiceren

Gorkink is van mening dat je inwoners zo snel mogelijk moet vertellen wat precies de mogelijkheden zijn, qua participatie. ‘Al bij het ontwerpen van beleid is het goed om heel helder te krijgen waarover mensen kunnen meepraten en waarover niet. Wat precies de ruimte is om invloed uit te oefenen. De communicatie daarover is minstens even belangrijk.’

Met heldere communicatie voorkom je ook een andere valkuil, zegt Gorkink. ‘Een complicatie bij alle aandacht die er nu is voor participatie, is dat mensen soms hun eigen invulling geven aan het begrip en heel hoge verwachtingen hebben. Die verwachtingen moet je goed managen en kun je alleen bijstellen door goed te communiceren. Participatie kan niet zonder communicatie.’

De gemeente Doetinchem doet moeite om ook de wat minder betrokken inwoners om hun mening te vragen. ‘Je bent als gemeente al snel geneigd om een bijeenkomst te organiseren. Daar is natuurlijk niets mis mee, maar je moet je wel realiseren dat je daarmee een bepaalde groep bereikt. En dat je dus ook veel mensen mist. Iemand met een heel druk gezin, of iemand die vooral digitaal georiënteerd is, is bijvoorbeeld zelden bij zo’n fysieke bijeenkomst aanwezig.’

*Dit is het eerste deel van een artikel uit PD 54: Burgerparticipatie
 Lees hier verder

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *