Tekst Gert Riphagen
Het lijkt soms wel een epidemie: de vele slordigheden in de artikelen in kranten. Er gaat vrijwel geen dag voorbij of wij komen er thuis wel een of meerdere tegen. De ene keer gaat het om simpele taalfouten, de andere keer om onvolledige en daarmee soms onbegrijpelijke zinnen. Ik weet niet hoe het u vergaat bij het lezen van kranten, maar wij ergeren ons daar thuis nogal aan.
Want hoe moeilijk kan het zijn om, zeker in dit computertijdperk, foutloze teksten af te leveren? Een doorsneejournalist beschikt, naar je mag verwachten, over een meer dan gemiddeld taalgevoel. En anders is er wel een eindredactie die corrigerend optreedt. Digitale hulp komt er van de spellingcontrole; die beschermt schrijvers tegen taalfouten. Een ten slotte zijn er digitale taalhulpen als ChatGPT om teksten glad te strijken.
Landelijke dagbladen
En toch gaat er nogal wat fout. Hieronder leest u zomaar wat voorbeelden van de afgelopen weken uit een aantal landelijke dagbladen. Opmerkelijk: het gaat niet zozeer om spelfouten, maar om het ontbreken van woorden waardoor zinnen niet lopen. Leest u even mee? Tussen haakjes in vet afgedrukt de ontbrekende woorden.
- ‘De Wever sprak afgelopen week met de Vlaamse liberalen. De christendemocraten houden die coalitievorm (af) omdat ze die te riskant vinden.’
- ‘Uit onderzoek van de krant blijkt dan dat de belastingdienst (de toeslag) bij zo’n 235 ouders ten onrechte stop had gezet.’
- ‘Ik denkt (denk) daar anders over. Volgens de wetenschappers de (die) ik de laatste weken sprak.’
- ‘Van Zanen en Van der Horst zeggen dat de plannen haaks staan op de bestaanszekerheid voor burgers waar het kabinet zegt voor te staan. “We hopen dat we voor de reizigers een oplossing kunnen vinden…,” aldus Ter Horst (Van der Horst).’
Die slordigheden, waar komen ze toch vandaan? Ik ben daar wel benieuwd naar. Het is geen grote gok om te veronderstellen dat krantenredacties last hebben van de opkomst van het internet en concurrerende (sociale) media. Ze staan steeds meer onder druk en moeten steeds sneller produceren. U wilt de krant van dinsdagmorgen immers toch ook de avond ervoor om 23 uur digitaal al kunnen lezen? Misschien zijn er ook veel ervaring en kennis bij eindredacties verdwenen. Ook het schuiven van passages bij het schrijven en met name redigeren van teksten is er vast debet aan. Misschien is er op redacties ook domweg minder capaciteit om teksten goed na te lezen. En misschien, heel misschien is het taalgevoel van journalisten ook aan erosie onderhevig.
*Dit is het eerste deel van een artikel uit PD 54: Burgerparticipatie
Lees hier verder