nieuws

Succesvolle participatie zit in de kleinste gedragingen

Tekst Dave Schut
Beeld Erasmus Universiteit

Als het niet lukt om inwoners bij beleid te betrekken, kun je zomaar het idee krijgen dat ze niet geïnteresseerd zijn. Maar dat is een te snelle conclusie, laten drie onderzoekers van de Erasmus Universiteit in Rotterdam ons zien.

‘Vanuit de bestuurskunde was al veel onderzoek gedaan naar participatie,’ zegt Jitske van Popering-Verkerk, zelf bestuurs­kundige. ‘Maar mijn collega’s uit de gedragswetenschap zeiden: participatie is ook een gedragsvraagstuk.’ Die collega’s heten Inge Merkelbach en Evita Goossens. Merkelbach is bij het gesprek aanwezig. Goossens niet, die is een tijdje op reis, maar Van Popering-Verkerk wil haar wel genoemd hebben. ‘Evita is namelijk de grote aanjager. Het was haar idee om voor participatie een methode te gebruiken die in hun vakgebied al heel bekend is: een gedragssysteemkaart. Ik heb vervolgens wat bestuurskundige kennis aan het onderzoek toegevoegd.’

Ook de onderliggende filosofie van dit project komt uit de gedragswetenschap. Merkelbach: ‘Vanuit ons vakgebied weten wij dat verandering uiteindelijk niet komt door wat mensen vinden of denken, maar door wat ze doen. Dus geldt dat ook voor participatie. Als het niet lukt om inwoners erbij te betrekken, ga je er al snel vanuit dat de thematiek niet op hen aansluit, of dat ze het niet belangrijk genoeg vinden. Terwijl de barrière vaak in heel andere dingen zit. Simpele, praktische belemmeringen. Daar proberen wij ons op te richten.’

BROODerhood

Het project is in een vergevorderd stadium, mede door een bijdrage van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Op basis van literatuur­onderzoek werd een stappenplan ontworpen voor participatie, en dit werd vervolgens getest bij onder meer het participatieproject BROODerhood in Rotterdam-West. Merkelbach: ‘Inwoners doen samen activiteiten, zoals brood bakken en muziek maken. Het gaat om gezonde voeding en duurzaamheid, maar ook om sociale cohesie. Het is een plek om elkaar te ontmoeten en plezier te hebben, met mensen uit diverse culturen en met diverse achtergronden. Voor ons was dit een testcase om participatie beter in beeld te krijgen.’

Concreet

Zo kon het literatuuronderzoek in de praktijk worden getest. Van Popering-Verkerk: ‘Wat ons opviel in de literatuur, is dat participatie vaak in heel algemene termen wordt besproken. Sommige studies gaan bijvoorbeeld over de vraag of participanten gemotiveerd zijn om bijeenkomsten te bezoeken. Maar motivatie is echt een heel breed begrip. In onze testcase met BROODerhood werd dat ineens concreet. Een deelnemer vertelde: als ik hier binnenkom, en iemand bij de deur zegt dat het fijn is dat ik er ben, en die wijst me meteen de weg, dan is mijn motivatie meteen heel groot. Dat is precies zo’n leuke, handige component aan gedrag: die enorme begrippen krijgen een duidelijke invulling.’

*Dit is het eerste deel van een artikel uit PD 54: Burgerparticipatie
 Lees hier verder

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *