Staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat heeft maandag 15 januari jongstleden de vijf transitieagenda’s in ontvangst die de contouren schetsen voor een circulaire Nederlandse samenleving in 2050. De agenda’s zijn samengesteld door zogenoemde transitieteams – die bestaan uit vertegenwoordigers van partijen die het zogenoemde Grondstoffenakkoord hebben ondertekend – en zijn onderdeel van het rijksbrede programma Nederland Circulair in 2050 dat het kabinet in september 2016 heeft gelanceerd.
De agenda’s bestrijken de volgende terreinen:
- Biomassa en voedsel: wat is ervoor nodig om onze voedselvoorziening circulair te maken.
- Bouw: gebouwen en infrastructuur, zoals wegen, bruggen, dijken, spoor en riolering.
- Consumptiegoederen: producten met een korte omloopcyclus, zoals verpakkingen en wegwerpmaterialen, als producten met een langere omloopcyclus, zoals kleding en wasmachines.
- Kunststoffen: producten met kunststoffen zijn over ruim dertig jaar circulair. Ze hebben een kleine milieuvoetprint en zijn gemaakt van hernieuwbare kunststoffen van een gegarandeerde kwaliteit.
- Maakindustrie: hoe kunnen we de voorzieningszekerheid van kritische materialen vergroten, de milieudruk van producten uit deze industrie verlagen en de kringloop van producten uit de maakindustrie vervolmaken.
Ik ben blij dat er een start gemaakt is met deze 5 transitieagenda’s. Circulaire economie lost helaas het daadwerkelijke probleem niet (volledig) op. En spreekt helaas een te kleine groep aan. Onder de werktitel “Geen mens is zo arm als een onwetende”, schreef ik hierover een Blog op LinkedIn: https://www.linkedin.com/pulse/circulaire-economiegeen-mens-zo-arm-als-een-onwetende-de-la-vienne/