‘Het wordt gemeentes financieel onmogelijk gemaakt de zwaksten op de arbeidsmarkt naar betaald werk te begeleiden’. In een gezamenlijk manifest riepen 209 wethouders de Tweede Kamer en het nieuw te vormen kabinet op om de structurele bezuiniging van 1,8 miljard op de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en de Participatiewet met 420 miljoen per jaar te verzachten. Maar demissionair staatssecretaris Jetta Klijnsma heeft al laten weten dat het huidige budget toereikend moet zijn. In een tweedelige serie geven een wethouder en een beleidsopsteller hun kijk op de zaak. In dit tweede deel: Erik de Ridder, wethouder Werk en Inkomen Tilburg (rechts).
De kracht van decentraal
‘Bij de invoering van de Participatiewet in 2015 werden de gemeentes verantwoordelijk voor de begeleiding van mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt naar – het liefst betaald – werk bij een normale werkgever. De centrale overheid veronderstelde, waarschijnlijk wel terecht, dat gemeentes dat beter en goedkoper konden. De Participatiewet moest ook de schuttinkjes opheffen tussen de talloze sociale regelingen die er in de sociale werkvoorziening zijn, zoals WSW, Wajong en WWB. Het totale budget kon zo ten goede komen aan iedereen. In Tilburg hebben we een systeem opgetuigd waarin we iedereen met achterstand op de arbeidsmarkt de perspectieven kunnen bieden die passen binnen hun mogelijkheden en waarmee we het beschikbare budget zo efficiënt mogelijk konden besteden.’[blendlebutton]
Budget ontoereikend
‘De beoogde bezuiniging in het domein blijkt in de praktijk te fors: we zijn structureel in de min aan het schrijven. Dat heeft meerdere oorzaken. Naar onze mening is de beoogde bezuiniging van 650 miljoen op bestaande WSW-werkplekken niet realistisch en een aanslag op de huidige succesvolle infrastructuur en initiatieven. Dat komt ook doordat de geprognotiseerde uitstroom uit de WSW minder groot is dan verwacht. Daarnaast zijn er onvoorziene extra kosten. Zo blijken veel werkgevers niet te kunnen profiteren van het Lage Inkomens Voordeel (LIV), omdat deze niet aansluit bij de praktijk, en hebben we extra budget nodig voor de begeleiding van de voormalige Wajong-doelgroep naar de UWV. Daarnaast wijst de praktijk uit dat het zoeken en inrichten van beschutte werkplekken de gemeentes per saldo 3000 euro per werkplek kost en daar is geen voorziening voor. Het is ook de vraag of we landelijk met 30.000 werkplekken uitkomen.’
Uitdaging?
‘Willen we een systeem handhaven waarin we kwetsbare mensen op een waardige manier kunnen laten meedoen met de maatschappij, dan moet er geld bij. De nood wordt breed gevoeld. Nog nooit hebben zoveel wethouders in zo’n korte tijd een manifest ondertekend. Als gemeentes zijn we te netjes en hebben we te veel plichtsbesef. Misschien moeten we gaan protesteren om de ernst van de boodschap over te brengen!’
Afbraak dreigt
‘Als er geen geld bij komt, dan moet we de sociale werkvoorziening gaan ontmantelen. De kennis en de infrastructuur die we samen hebben opgebouwd, kan dan zo de prullenbak in. Het kan ook zijn dat we uit morele verantwoordelijkheid voor deze mensen op andere domeinen bezuinigen of de WOZ verhogen.’
Voor deel 1 van deze serie klik hier[/blendlebutton]