Tekst Dave Schut
Beeld Hilbert Krane
Veel studenten branden van de ambitie om iets voor de samenleving te betekenen, zeggen Floortje Jorna en Irfaan Mohabbat van Plein Publiek, een organisatie die studenten aan de publieke sector verbindt. Maar een functie als ambtenaar staat zelden boven aan hun lijstje. Hoe kan dat? Samen met politicoloog en transitiewetenschapper Rik Braams zoeken ze naar antwoorden.
Floortje Jorna was zelf nog student (bestuurs- en organisatiewetenschap, Universiteit Utrecht; inmiddels werkt ze bij een onderzoeksbureau) toen ze Plein Publiek twee jaar geleden oprichtte. ‘Toen wij ons als studenten begonnen af te vragen waar we wilden werken, viel het mij en anderen op dat maar weinig studenten de overheid overwogen. Daar wilden we iets aan veranderen.’ Plein Publiek probeert de kloof rond arbeidsmarktoriëntatie tussen jongeren en de overheid te dichten.
‘Voor veel studenten is de overheid iets enorms. Je weet nauwelijks waar je moet beginnen, als je daar zou willen werken. Er zijn zo veel verschillende overheidslagen, typen organisaties, thema’s. Ook bestaan er negatieve stereotypen over werken bij de overheid. Die stigma’s proberen wij weg te nemen door evenementen te organiseren. Jonge ambtenaren vertellen studenten over hun werk. Dan wordt het ineens concreet wat je bij de overheid allemaal kunt doen.’
Cool
Met een glimlach luistert Rik Braams (vanaf 1 april onderdeel van het nieuwe lectoraat Innovatie Netwerksamenwerkingen, Hogeschool Utrecht) hiernaar. Hij benadrukt al langer het belang van de jonge ambtenaar. Zelf is Braams ooit begonnen als rijkstrainee. Toen is het vuur gaan branden. ‘Als rijkstrainee mag je naar vier verschillende plekken,’ vertelt hij. ‘Ik ben onder meer naar het buitenland geweest, Berlijn. Ook zat ik bij de innovatie-afdeling van de gemeente Amsterdam. Ger Baron was daar de Chief Technology Officer. Hij is de meest inspirerende ambtenaar met wie ik ooit heb gewerkt. Die kon de wereld van morgen neerzetten met zo veel energie. Alles wat niet binnen de normale structuur van de gemeente paste, ging hij gewoon doen. En hij maakte er een succes van. Echt heel cool.’
Uiteindelijk kwam Braams terecht bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). ‘Ook daar heb ik veel met innovatie gedaan. Mobiliteit, hybride vliegen, avatars – we liepen echt ver op de troepen vooruit. Als ik hierover vertelde aan mijn collega’s van de directies, die gewoon hun dagelijks werk deden, dan vertrok hun wenkbrauw meestal tot onder hun haargrens. Die hadden zoiets van: waar is die gast mee bezig? Nou, precies die optrekkende wenkbrauw ben ik gaan bestuderen tijdens mijn proefschrift.’
Actief verzetten
Vernieuwend denken, werken aan innovatie, aan de transitie, past vaak niet bij een gewone overheidsinstantie, zegt Braams. ‘Daarom kwam ik tot de provocerende stelling: een goede ambtenaar houdt transities tegen. Maar daar mag natuurlijk geen punt achter staan, dat moet een komma zijn. Er moet een nieuw verhaal komen voor ambtenaren om met transities om te kunnen gaan. Dat heb ik bij TNO Vector verder onderzocht.’
Braams roept vooral het middenmanagement op om flexibeler te zijn. Om jonge mensen zoals Plein Publiek die aandraagt, volop te benutten. ‘Aan de ene kant moet de overheid innoveren om duurzaam te worden, maar aan de andere kant moet het oude, het niet-duurzame, ook verdwijnen. Terwijl dat oude natuurlijk heel diep in het systeem is geslepen. Ambtenaren vinden het doorgaans heel oncomfortabel om dat te destabiliseren. Daar kunnen ze ook weinig redenen voor vinden in de bestaande verhalen over de functie van een ambtenaar. Jonge mensen kunnen dit doorbreken. Zij hebben de capaciteiten, de kennis. Ze zijn anders opgeleid, hebben een frisse blik.’
*Dit is het eerste deel van een artikel uit de Publiek Denken 56: Generaties in het openbaar bestuur Lees hier verder