De VNG gaat in september in gesprek gemeenten om te komen tot een gemeentelijke visie op regionale samenwerking. Die samenwerking biedt allerlei voordelen, aldus de VNG, maar roept ook vragen op.
Vragen over regionale samenwerking
Nederland telt zo’n 1200 samenwerkingsverbanden waarin gemeenten participeren. Inhoudelijk gaat het om een breed palet van taken, zegt de VNG: van het innen van gemeentelijke belastingen en het ophalen van afval tot de inkoop van jeugdzorg en de aanpak van bijvoorbeeld rampen en crises. Aan regionale samenwerking zijn voordelen verbonden, zoals efficiency en schaalgrootte, bundeling van expertise en het uitbesteden van niet-kerntaken. Maar het roept ook vragen op, aldus de VNG: wat betekent samenwerking tussen gemeenten voor de positie van een individuele gemeenteraad en daarmee voor de democratische legitimiteit? Ontwikkelen de regio’s zich op deze manier tot een extra bestuurslaag? En heel belangrijk: wordt het openbaar bestuur niet te complex en de afstand tot de burger niet te groot?
Verenigingsstrategie 2030
Om een gemeentelijke visie op regionale samenwerking te ontwikkelen, organiseert de VNG vanaf september een dialoog tussen haar leden. Deze dialoog is onderdeel van de Verenigingsstrategie 2030 en neemt de vorm aan van een open en transparant gesprek over de beelden, thema’s, obstakels en oplossingen op het gebied van regionale samenwerking en de rol van de VNG hierin.
De uitnodigingen voor de dialoog worden eind september door de VNG verzonden aan de doelgroep: raadsleden, burgemeesters, wethouders, gemeentesecretarissen, griffiers en betrokken gemeenteambtenaren. Ook directies van samenwerkingsverbanden en vertegenwoordigers van de verschillende gemeentelijke netwerken ontvangen een uitnodiging: de K80, de P10, de M50, de G40 en de G4.
De opbrengst van de dialoog wordt begin 2025 vastgelegd in een advies van de VNG. Dat advies zal onderdeel vormen van het visietraject Goed Lokaal Bestuur, een initiatief om ‘het wezen van goed lokaal bestuur’ opnieuw te doordenken.