nieuws Bestuurskracht

Kajsa Ollongren is fan van de Omgevingswet

De invoering van de Omgevingswet is opnieuw uitgesteld, tot januari 2022. Begint het geen gebed zonder end te worden? Nee, zegt verantwoordelijk minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het uitstel geeft juist extra tijd om de voorbereidingen van de implementatie van de wet af te kunnen ronden en in 2021 goed te gaan oefenen. Haar oproep is om deze tijd goed te gebruiken: ‘Ga vol aan de slag met oefenen en samenwerken, houd de lol erin en vergeet niet waarvoor we het allemaal ook alweer doen: een beter Nederland.’

Met de Omgevingswet kunnen overheden samen urgente opgaven binnen de leefomgeving effectiever aan te pakken. Denk hierbij aan de woningbouw en de energietransitie. ‘Men loopt niet meer tegen een onsamenhangende brij van regelgeving aan,’ zegt Ollongren, ‘maar krijgt te maken met een inzichtelijke wet. Ook kunnen met de Omgevingswet integrale oplossingen worden gerealiseerd door overheden. Omgevingsplannen, -verordeningen en -visies gaan diverse onderwerpen verbinden, die invloed hebben op onze leefomgeving. Zo ontstaat een samenhangend beeld van wat er mag én mogelijk is in een bepaald gebied.’

Belangrijk hierbij is het gebiedsgericht werken en het mogelijk maken van maatwerkoplossingen voor een gebied. Ollongren: ‘Daarom regelt de wet dat overheden meer ruimte krijgen om eigen keuzes te maken. Ze kunnen bijvoorbeeld strengere of soepelere regels stellen voor onderwerpen als trillingen, geur en bodem. Overheden zullen daarbij altijd onderzoeken of een initiatief, van burgers of ondernemers, aansluit bij de doelen, die ze hebben gesteld voor een bepaald gebied. Belangrijk hierbij is dat partijen samen voortdurend onderzoeken hoe ze het beste kunnen samenwerken. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan Nijmegen-West waar de gemeente, andere overheden, inwoners en ondernemers al samen aan de slag gaan met oplossingen voor woningbouw en de energietransitie. Zo wordt het voormalige Honig-complex getransformeerd tot een woongebied met duurzame energieopwekking. Op deze manier benutten we het gebied optimaal. Dat is ook een van de uitgangspunten van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI).’

Stapsgewijs
Uit de vele Crisis- en herstelwetprojecten blijkt dat het mogelijk is om met veel partijen, op integrale wijze te werken aan nationale, ruimtelijke doelen, aldus Olongren. ‘Zo werken meerdere overheden in Almere aan Oosterwold: een polder die wordt getransformeerd tot een groen woon-werkgebied. Het resultaat: meer woningen. En dat in een groen gebied waar ook nog eens duurzame windenergie wordt opgewekt.

Ook een pilot met acht gemeenten laat zien dat de instrumenten van de Omgevingswet helpen om integraal aan energievraagstukken te werken. ‘Dus met de gezamenlijke doelen van gemeenten, inwoners en bedrijven als uitgangspunt,’ zegt Ollongren. ‘Een mooi voorbeeld is het omvormen van het voormalige kantorengebied Bergwijkpark in de buurt van Amsterdam-Zuidoost. In de loop der jaren kwamen steeds meer kantoren leeg te staan terwijl de behoefte aan woningen in de regio Amsterdam juist enorm toenam. Daarom wordt dit gebied stapsgewijs omgevormd tot een woongebied met ruim 5.000 betaalbare woningen. De gemeente Diemen wil deze woningen bovendien aansluiten op duurzame energiebronnen, zoals zonnepanelen. Ook maken de woningen gebruik van een bestaand warmtenet. Dat zorgt voor minder CO2-uitstoot.’

Keihard doorwerken
De invoering van de Omgevingswet is in 2020 opnieuw met een jaar uitgesteld. Begint het – om het onaardig te zeggen – geen gebed zonder end te worden? In tegendeel, zegt Ollongren. ‘In mei dit jaar heb ik diepgaand over de keuze voor een nieuwe datum gesproken met de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen. Daarbij hebben we goed gekeken naar de gevolgen van corona, de voortgang van de wet- en regelgeving, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de implementatie van de wet. Hierbij zijn we niet over één nacht ijs gegaan. Dat was niet per se een makkelijk gesprek. Veel overheden zijn al goed op weg met de voorbereiding voor de Omgevingswet en zij gaan er liever gisteren dan vandaag mee aan de slag. Maar zijn ook overheden die hebben aangegeven juist meer tijd nodig te hebben om zich voor te bereiden. We hebben elkaar daarom eens diep in de ogen gekeken en gezegd dat de inwerkingtredingsdatum alleen haalbaar is als deze voor iedereen haalbaar is.’

Ruim voor 2022 moet het DSO klaar zijn voor koppelingen met lokale systemen van overheden

Het jaar uitstel geeft extra tijd voor veel overheden om de voorbereidingen van de implementatie van de wet af te kunnen ronden en in 2021 goed te gaan oefenen, aldus Ollongren. ‘En iedereen beseft dat we nu niet achterover kunnen leunen, maar juist vol energie en keihard door moeten blijven werken. We zien ook dat dit gebeurt: alle partijen werken onverminderd hard door aan hun voorbereidingen op de wet.’

‘We houden natuurlijk wel de vinger nauw aan de pols bij de voortgang van de implementatie. Als blijkt dat overheden achter lopen op schema en niet voldoen aan de minimale eisen voor de inwerkingtreding van de wet, dan gaan we hen extra helpen. De RIO’s, de regionale implementatiecoaches, spelen hier een belangrijke rol in: zij stimuleren regio’s om samen op te trekken en uitwisseling van kennis en ervaring te stimuleren. Tussen snelle en de wat meer afwachtende partijen om zo elkaar te inspireren.’

‘Ook blijven we volop kennis delen. Bijvoorbeeld via webinars, webcolleges en trainingen. Deze webinars hebben een enorm bereik: regelmatig kijken er duizend professionals mee. De voortgang monitoren we nauwkeurig, de technische aansluitingen zelfs op maandelijkse basis. Zo houden we op allerlei terreinen in beeld hoe het gaat met de implementatie van de Omgevingswet. En mocht blijken dat overheden onverhoopt toch achterlopen, dan gaan we als koepels, het programma Aan de slag met de Omgevingswet en betrokken overheden aan tafel om dat samen op te lossen.’

Ondertussen wacht de minister op het advies van de Raad van State over de aanvulling Natuur en Grondeigendom. Ollongren: ‘En we maken ministeriële regelingen. Later dit jaar hoop ik met het Parlement te spreken over de datum van inwerkingtreding. Als beide Kamers akkoord gaan, kan het Inwerkingtredings-KB worden voorgehangen om de wet op 1 januari 2022 in werking te laten treden.’

Bij grote meerjarige projecten heb je soms tegenvallers

‘Vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet moeten overheden in ieder geval aan vijf minimale eisen voldoen. Via een enquête wordt elk half jaar onderzocht hoe ver zij hiermee zijn. De resultaten hiervan staan in de Halfjaarrapportage Monitor Invoering Omgevingswet. Ook wordt maandelijks bijgehouden hoeveel overheden zijn aangesloten op het DSO.’

Uitharden
Het DSO is het digitaal stelsel Omgevingswet (DSO). Dat vervangt bestaande toepassingen: Omgevingsloket online, Activiteitenbesluit Internet Module (AIM) en ruimtelijkeplannen.nl. Het digitaal stelsel zorgt ervoor dat lokale systemen bij overheden en de landelijke voorziening samen één stelsel vormen. Lokale overheden hebben aangegeven extra te willen oefenen met het DSO. Ollongren:

‘Met de koepels is afgesproken welke functionaliteit van DSO per se beschikbaar moet zijn om vanaf januari 2021 volwaardig mee te kunnen oefenen. Zoals het er nu naar uitziet, gaat het lukken om dat eind van dit jaar op te leveren. Met het indienen van aanvragen en het doen van meldingen kon al langer geoefend worden. Voor het deel van DSO dat gaat over het uitwisselen en publiceren van omgevingsdocumenten, zoals verordeningen en omgevingsplannen, is het nodig gebleken dat de zeer innovatieve standaard die hierbij gebruikt wordt verder heeft moeten “uitharden”. Inmiddels is dat in voldoende mate gebeurd, waarbij nauw contact is geweest met softwareleveranciers van plansystemen voor bevoegd gezagen.’

Voldoende tijd
Ruim voor 2022 moet het stelsel klaar zijn voor koppelingen met lokale systemen van overheden. Ollongren: ‘In 2020 wordt daarom in 2 stappen het basisniveau opgeleverd. Zo kunnen overheden zich goed voorbereiden op werken met het digitaal stelsel. Hoewel het stelsel nog volop in ontwikkeling is, kunnen overheden al wel met de eigen softwareleverancier aan de slag om de lokale en regionale software te koppelen. Het is belangrijk om nu aan de slag te gaan met de verschillende onderdelen en functies van het DSO. En er ook volop mee te oefenen als voorbereiding op 2022. Bijvoorbeeld voor het ontvangen van vergunningen en meldingen, het maken van vragenbomen en het experimenteren met de samenwerkingsruimte. Voor de betrokken medewerkers van de overheden geldt dat alleen door te doen, je ermee leert werken. Voorlopers zijn er, van verschillende overheden waaronder hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, die via de Digikoppeling al zijn aangesloten op het DSO.’

Een groot deel van het DSO – de vergunningenketen – is begin dit jaar opgeleverd, zodat overheden erop kunnen aansluiten met hun software en kunnen oefenen. Ollongren: ‘Zij kunnen vragenbomen in het Omgevingsloket zetten en vergunningen en meldingen ontvangen. Dat zijn dus twee van de drie functies van het landelijke DSO. Aan het onderdeel waarmee plannen en besluiten worden gepubliceerd, wordt nog gewerkt. Het eindresultaat is in zicht, maar dit deel van het project heeft inderdaad meer tijd gekost dan we eerst dachten. Dat is jammer, maar we zien het ook als een normaal verschijnsel van een groot meerjarig digitaliseringsproject. Daarin heb je soms tegenvallers. En omdat we samen met overheden in de praktijk aan dit project werken, hebben we geluisterd naar de zorgen van overheden. Ook dit onderdeel gaat dus werken. Overigens: niet alle overheden zullen met dit onderdeel van het DSO werken op 1 januari 2022. Dat zijn alleen die overheden die direct besluiten willen publiceren. Bijvoorbeeld een nieuw (deel van een) omgevingsplan. En voor wie ermee moet werken, zal het beschikbaar zijn, met voldoende tijd om ermee te oefenen.’

Fan
Ondanks alle vertragingen is Ollongren nog steeds fan van de Omgevingswet. ‘Waarom? Omdat iedereen in Nederland prettig wil kunnen wonen en werken. We willen genieten van het landschap én van onze steden. En we hierbij willen ondernemen, plannen maken en vooral plannen wáármaken. Dat willen we ook in een wereld waarin veel verandert blijven doen. De Omgevingswet gaat ons daarbij helpen. Gericht op de kwaliteit van onze omgeving ván en vóór heel Nederland. Een wet inclusief begrijpelijke dienstverlening, via één landelijk Omgevingsloket. Ik zie hiervoor heel veel energie en enthousiasme in het land en wil dat graag vasthouden.’

‘We hebben nog 15 maanden,’ besluit de minister. ‘Mijn oproep is om deze tijd goed te gebruiken, vol aan de slag te gaan met oefenen en samenwerken, de lol er te houden en niet te vergeten waarvoor we het allemaal ook alweer doen: met de Omgevingswet werken we samen aan een beter Nederland.’

*Dit artikel werd geschreven door Marc Notebomer en verscheen in Publiek Denken 22 Omgevingswet: Blik op vooruit. Wilt u meer artikelen lezen? Neem dan nu een gratis abonnement op Publiek Denken.

Beeld: Rijksoverheid

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *