nieuws Bestuurskracht

‘Lokale veerkracht is groot’

Het sociaal domein was in de gemeenten al een punt van zorg en aandacht, de coronacrisis heeft dat nog verscherpt. Minder mogelijkheden, extra kosten: hoe gaan gemeenten daarmee om? En hoe zien ze de toekomst?

Madeleine Bakker, wethouder in De Bilt
‘De crisis is breder dan alleen het sociaal domein.  Maar het sociaal domein is wel het hart van de maatschappij. Allerlei activiteiten konden ineens niet meer doorgaan, dus zijn we met onze partners in het sociaal domein gaan kijken naar alternatieven. De uitvoeringsorganisaties in het sociaal domein hebben actief het contact onderhouden met de mensen die zij helpen. Maar onze rol is natuurlijk niet beperkt tot het sociaal domein. Neem het onderwijs, we hebben de scholen gevraagd welke problemen ze hadden en waarmee we konden helpen. We hebben er samen onder meer voor gezorgd dat kinderen thuis de juiste hulpmiddelen kregen om afstandsonderwijs te kunnen volgen, zoals een laptop. We hebben ook een coördinerende rol gespeeld in de kinderopvang, bijvoorbeeld bij het concentreren van de kinderopvang voor ouders die een essentieel beroep hebben. Wij hebben dus vooral een rol als linking pin, de spin in het web: coördineren en faciliteren.’

Het sociaal domein is het hart van de maatschappij

‘Wij zijn heel blij met de sociale structuur in De Bilt. We hebben een levendige gemeente die bestaat uit zes kernen met een eigen karakter en onder meer een rijk verenigingsleven. We kunnen het vrijwilligerspotentieel nadrukkelijker aan elkaar binden en ondersteunen. Ik ben niet zo bang dat deze initiatieven volledig wegzakken, mensen zijn toch sociale dieren en onderhouden relaties graag. Ook zagen we, net als elders, nieuwe burgerinitiatieven ontstaan, vaak op microniveau. Vooral in het begin van de crisis konden professionele hulpverleners veel minder doen. Maar mensen zijn creatief en het is lang niet altijd nodig om professionele hulp in te zetten, het voorveld kan heel veel.’
‘Onze uitgaven stijgen, vooral op het gebied van jeugdzorg en Wmo. Nog los van de coronakosten lopen de tekorten op. Het Wmo-abonnementstarief is bijvoorbeeld een probleem: dat is niet gekoppeld aan het inkomen van de hulpvrager, terwijl sommige mensen de hulp best zelf kunnen betalen. Wie zelf zorg en hulp kan organiseren en betalen, zou dat ook moeten doen. Pas als dat niet lukt, moeten wij dat doen. De gemeenten moeten mensen de zorg verlenen waar ze recht op hebben, maar dan moeten we daarvoor genoeg geld krijgen van het rijk. Dat is nu niet zo.’

Bert Rebel, wethouder in Huizen
‘Door de crisis is de maatschappij socialer geworden, mensen kijken meer naar elkaar om en houden meer rekening met elkaar. We hebben gezien dat het voorveld van familie, buren, vrienden en vrijwilligers sterk is. Dat zouden we graag zo willen houden, want mensen vinden het plezierig als ze op die manier worden geholpen.’
‘Of al die goede initiatieven blijven bestaan als er bijvoorbeeld een vaccin is? Dat is koffiedik kijken natuurlijk. Gemeenten kunnen zoiets niet opleggen, maar we kunnen initiatieven wel stimuleren en faciliteren. Dat hoeft niet per se veel geld te kosten, laat bijvoorbeeld zien dat je hun inzet waardeert en in ere houdt.’
‘Het zijn zware tijden voor gemeenten, we hebben dan ook een brandbrief gericht aan het kabinet, via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Huizen heeft voor het sociaal domein dit jaar al 2,5 miljoen euro extra moeten uittrekken. Volgend jaar hebben we nu 1,25 miljoen extra begroot. Dat staat los van de kosten die corona met zich meebrengt. Er lopen bij ons al besparingsprogramma’s. We doen veel samen op regionaal niveau, maar ook meer lokaal, bijvoorbeeld met Blaricum, Eemnes en Laren, de zogeheten BEL-gemeenten. Denk daarbij aan onder meer inkoop en uitvoering. Met de gemeenteraad gaan we nu kijken naar een sluitend perspectief voor het sociaal domein. Dat krijgen we niet voor elkaar door de kaasschaaf erover heen te halen. Keuzes zijn nog niet gemaakt, maar we zullen fors moeten snijden. We kunnen ook besluiten, die al genomen zijn, niet uitvoeren. En we kunnen onze inkomsten verhogen, bijvoorbeeld door de OZB te verhogen, al is dat een lastig punt.’

Het zou heel raar zijn als het rijk miljarden uitgeeft om bedrijven te redden en ons vervolgens in de kou laat staan

Naast de al bestaande financiële zorgen over het sociaal domein zien gemeenten zich geconfronteerd met kosten die met de coronamaatregelen samenhangen. Die kosten zijn zeer uiteenlopend en lastig te ramen, alleen al omdat onbekend is hoe lang de crisis zal duren. Gemeenten krijgen de komende tijd te maken met bijvoorbeeld een groter beroep op bijstand en schuldhulpverlening aan de uitgavenkant, maar ook met minder inkomsten uit onder meer marktgelden en toeristenbelasting.’
‘In een tussenrapportage aan de gemeenteraad hebben we geprobeerd de financiële gevolgen in kaart te brengen. Het kabinet heeft beloofd dat we die coronakosten gecompenseerd krijgen. Als dat gebeurt, en daar ga ik vanuit, dan komen we er in Huizen nog wel uit. Maar als je kijkt naar eerdere transities in onder meer het sociaal domein, is dat misschien naïef gedacht. Aan de andere kant: het zou toch wel heel raar zijn als het rijk nu miljarden uitgeeft om bijvoorbeeld bedrijven te redden, en ons dan in de kou zou laten staan.’

*Dit artikel werd geschreven door Bas Nieuwenhuijsen en verscheen oorspronkelijk in Publiek Denken 21: Sociaal domein onder druk. Wilt u meer artikelen lezen? Neem dan nu een gratis abonnement op Publiek Denken.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *