Beeld: CC BY-SA 4.0/S.Perquin
De Wetenschappelijke Adviesraad Politie (WARP) is een onafhankelijk orgaan dat de politie en het ministerie van Justitie en Veiligheid adviseert over strategische vraagstukken op het gebied van handhaving en veiligheid. Met een multidisciplinair team van experts onderzoekt de WARP actuele thema’s die van invloed zijn op het politiewerk en de bredere veiligheidssector. In het licht van de groeiende discussie over de uitrusting van gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) met geweldsmiddelen, heeft de WARP vandaag haar visie gegeven op deze kwestie.
In de afgelopen jaren hebben boa’s een bredere taak gekregen in de openbare ruimte, wat heeft geleid tot een intensiever debat over de vraag of zij moeten worden uitgerust met geweldsmiddelen. Momenteel kunnen dergelijke middelen alleen worden toegekend als ze noodzakelijk worden geacht voor de uitvoering van hun taken. De WARP adviseert, gezien de ingrijpende gevolgen van het verlenen van geweldsbevoegdheden, om vast te houden aan een strikte interpretatie van het noodzaakcriterium.
De kernvragen in dit debat zijn: wie is gerechtigd om geweld te gebruiken, onder welke omstandigheden is dat gerechtvaardigd en welke middelen zijn daarvoor nodig? Het advies van de WARP benadrukt het belang van een tweesporenbeleid. Enerzijds moet er een duidelijk onderscheid worden gemaakt tussen geweldsmiddelen en beschermingsmiddelen. Anderzijds moet er onderscheid worden gemaakt tussen een algemene en een specifieke taakopdracht. De WARP kiest hierbij voor een principiële benadering in plaats van een pragmatische. Deze twee dimensies vormen de basis voor de inrichting van het geweldsmonopolie, waarbij de huidige onduidelijkheid deels voortkomt uit het ontbreken van helderheid over deze categorieën en de taakafbakening.
Verdediging versus geweldsmiddelen
De vraag om geweldsmiddelen voor gemeentelijke handhavers ontstaat voornamelijk uit de behoefte aan zelfverdediging in onveilige situaties. Hoewel er zorgen zijn over toenemend geweld tegen boa’s, stelt de WARP dat deze ontwikkeling op zichzelf onvoldoende reden is om extra geweldsmiddelen toe te kennen. Het advies benadrukt dat de politie verantwoordelijk blijft voor de handhaving van de openbare orde en de inzet van geweldsmiddelen. Gemeentelijke handhavers kunnen wel worden uitgerust met beschermingsmiddelen om hun veiligheid te waarborgen, maar de toepassing van geweldsmiddelen blijft exclusief voorbehouden aan de politie.
Helder onderscheid en passend stelsel
Een belangrijke complicatie in het huidige systeem is dat beschermingsmiddelen geen aparte status hebben, wat druk legt op het noodzaakcriterium voor de toekenning van geweldsmiddelen. Dit veroorzaakt onduidelijkheid in het debat over het geweldsmonopolie. De WARP adviseert daarom een nieuw stelsel in te richten waarin beschermingsmiddelen duidelijk worden onderscheiden van geweldsmiddelen. In dit nieuwe systeem zouden gemeenten, in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een centrale rol spelen, terwijl de politie een adviserende functie vervult.
Voor andere opsporingsdiensten die momenteel zijn uitgerust met geweldsmiddelen, zoals de Bijzondere Opsporingsdiensten en de Douane, pleit de WARP voor meer uniformiteit en transparantie in de toekenning van geweldsbevoegdheden en het toezicht hierop. Dit is essentieel om verwarring en ongelijkheid te voorkomen en om duidelijkheid te scheppen over de rol van verschillende partijen binnen het geweldsmonopolie.
Toekomstige verhoudingen tussen politie en boa’s
Tot slot adviseert de WARP de politie om een principieel standpunt in te nemen over haar toekomstige organisatorische en institutionele relatie met gemeentelijke handhaving. Deze discussie is cruciaal om te voorkomen dat verantwoordelijkheidsgrenzen vervagen en om ervoor te zorgen dat het geweldsmonopolie op een duidelijke en verantwoorde manier blijft functioneren. Dit vereist een heldere visie van de politie op haar rol ten opzichte van de steeds breder inzetbare gemeentelijke handhavers, met het oog op een toekomstbestendig veiligheidsbeleid.