nieuws Groene overheid

Circulariteit krijgt onvoldoende prioriteit in energietransitie en woningbouw

Beeld: Shutterstock

Zijn we op koers om in 2050 een volledig circulaire economie te bereiken, met hernieuwbare energietechnologie en circulaire woningbouw? Onderzoek van het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML), in samenwerking met Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), TNO, Universiteit Utrecht en het RIVM, wijst uit dat dit alleen haalbaar is met meer samenwerking en aandacht voor circulariteit bij innovaties. Hoogleraar Industriële Ecologie René Kleijn benadrukt: ‘Er is veel winst te behalen, zowel voor grondstoffenbesparing als voor het milieu.’

Hernieuwbare energie: circulariteit biedt grote kansen

De snelle opkomst van hernieuwbare energietechnologieën, zoals zonnepanelen en windturbines, zorgt voor een toenemende vraag naar materialen. Dit brengt risico’s van materiaalschaarste en milieubelasting met zich mee. Onderzoekers van CML, samen met RIVM, TU Delft en Universiteit Utrecht, onderzochten de impact van circulaire maatregelen op deze systemen.

Uit de analyse blijkt dat het mogelijk is om het materiaalgebruik met 19 tot 38 procent te verminderen door circulariteit te integreren in het ontwerp en de plaatsing van hernieuwbare energiesystemen. Denk hierbij aan productpaspoorten, ontwerpen voor lange levensduur en geavanceerde recyclingmethoden voor bijvoorbeeld Li-ion batterijen. Kleijn stelt: ‘De energietransitie en de circulaire transitie kunnen elkaar zowel versterken als tegenwerken. Het is cruciaal om deze samenhang goed te benutten.’

Circulaire woningbouw vraagt om meer coördinatie

De woningbouwsector staat voor een grote uitdaging: de noodzaak om zowel bestaande woningen te renoveren als nieuwe woningen te bouwen, met daarbij de focus op duurzaamheid. Onderzoekers van CML, in samenwerking met TNO, PBL en Universiteit Utrecht, onderzochten materiaalstromen in de woningbouw en de effecten van circulaire maatregelen.

Hoewel circulariteit leidt tot minder materiaalgebruik, is een combinatie van maatregelen nodig om substantiële veranderingen te realiseren. Strategieën zoals prefab bouwen, levensduurverlenging van woningen en biobased bouwen kunnen bijdragen, maar de effecten worden pas op de lange termijn zichtbaar. ‘Woningen hebben een lange levensduur, veranderingen gaan langzaam,’ aldus hoogleraar Duurzaam grondstofgebruik Ester van der Voet.

Gecoördineerde aanpak cruciaal voor succes

Het rapport onderstreept de noodzaak van een gecoördineerde aanpak voor de transitie naar circulaire woningbouw. Het beleid is momenteel verspreid over verschillende partijen, wat het proces complex maakt. Toch waarschuwt Van der Voet: ‘Als we nu niets doen, is er op lange termijn geen circulariteit en bijbehorende milieuwinst te verwachten.’

De analyses van CML dragen bij aan het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE), met als doel de vermindering van primaire grondstoffen in de bouw te bevorderen. ‘Onze kennis ondersteunt het Nederlands milieubeleid, en dat is minstens zo belangrijk als publiceren in wetenschappelijke literatuur,’ aldus Kleijn.

Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2023-2024

Deze productgroepanalyses hernieuwbare energietechnologie en woningbouw zijn twee van de drie analyses die zijn uitgevoerd binnen het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2023-2024. Naast hernieuwbare energietechnologie en woningbouw is ook kunststofverpakking onderzocht. Ze zijn uitgevoerd onder regie van het PBL door RIVM, TNO en CML in samenwerking met Universiteit Utrecht, RWS en TU Delft.

Daarnaast heeft het PBL een overkoepelende notitie gemaakt over de overeenkomsten en verschillen tussen de productgroepanalyses.
Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *