nieuws i-Samenleving

Big data kent restricties

Big data betekenen een grote verandering voor de manier waarop de ­overheid haar werk doet. ‘We beseffen nog niet op welke goudmijn we zitten,’ stelde de Utrechtse gemeentesecretaris Maarten Schurink onlangs op het Big Data Congres voor de overheid. Die goudmijn bestaat uit heel veel gegevens over wat burgers doen. Door deze ‘goudaders’ te ontginnen is effectievere sturing mogelijk.

‘Het gebruik van big data betekent het einde van de beleidstheorie zoals we die nu kennen, met input, throughput en output in een periode van pakweg vier jaar. Door big data ­weten we eerder wat er gebeurt en kunnen we het beleid sneller aanpassen,’ voorziet Schurink. Ook is de Ω bedoelde én onbedoelde  causaliteit van het overheidsingrijpen sneller duidelijk. Utrecht wil een voortrekkersrol bij het gebruik van big data spelen. In het nieuwe collegeprogramma wordt de komende jaren twee miljoen euro per jaar uitgetrokken voor de intensivering van ‘data gedreven sturing’.

Veel gegevens zijn er al, er wordt alleen nog weinig tot niets mee gedaan. Dat geldt trouwens niet alleen voor de overheid, ook het bedrijfsleven zit voor het grootste deel nog in de ontdekkingsfase: wat is big data eigenlijk en wat kun je er allemaal mee? Om daarachter te komen moeten organisaties – vooral overheden – wennen aan een ander soort mensen, ziet Schurink: ‘Mensen die dit snappen, dragen geen pak maar hoodies. Geef ze de ruimte binnen je organisatie.’

Maar als er dan zoveel gegevens zijn en de overheid ‘alles’ weet van haar burgers, hoe zit het dan met de privacy? In veel gevallen gaat het om gegevens die anoniem zijn. Denk aan het registreren van de plekken waar de meeste weesfietsen te vinden zijn. Met die gegevens in de hand weten de gemeenteambtenaren waar ze wel en vooral waar ze niet moeten zijn, zodat ze efficiënter te werk kunnen gaan bij het opruimen. Maar big data zijn natuurlijk ook te gebruiken wanneer de privacy wél in het geding kan zijn. Zo kan door het combineren van allerlei gegevens – belastingaangiftes, verstrekte uitkeringen, huurbetalingen, energiegebruik – makkelijker woonfraude worden opgespoord. Momenteel loopt er een proef op dat gebied van de gemeenten Amsterdam, Emmen, Nijmegen en Utrecht.

Big data is in zo’n geval big brother, maar het is ook soft sister. Data geven inzicht in de mate waarin mensen zelfredzaam zijn, in hoeverre het wijkbeleid op hun behoeften aansluit en eventueel verbeterd kan worden. Schurink ziet er de voordelen van en breekt dan ook een lans voor afschaffing van de doelbinding in de Wet bescherming persoonsgegevens. Volgens artikel 7 mogen dergelijke gegevens namelijk alleen ‘voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden verzameld’. Jammer, vindt Schurink, want vaak blijkt pas achteraf – bijvoorbeeld door combinaties te maken – waarvoor bepaalde gegevens te gebruiken zijn.

Grondrecht
Alex Commandeur, hoofd toezicht van de sector publiek bij het College Bescherming Persoonsgegevens, is het op dit punt niet met Schurink eens. Commandeur: ‘Privacywetgeving is geen showstopper, maar privacy is wel een grondrecht. Je moet als burger je persoonsgegevens niet weggeven aan de overheid terwijl je niet weet waarvoor ze gebruikt zullen worden.’ De Wet bescherming persoonsgegevens stelt kaders waarbinnen veel mogelijk is, bijvoorbeeld door aan de verstrekker van de gegevens toestemming te vragen voor breder gebruik of door de gegevens alleen anoniem te gebruiken. Soms zal het gebruik binnen de doelbinding vallen, maar niet alles wat kan, mag. Commandeur vindt dan ook niet dat de doelbinding van gegevens opgeheven zou moeten worden.

Big data komt vaak neer op het combineren en hergebruiken van gegevens die de overheid al heeft, maar daar zitten wettelijke beperkingen aan. De tijd zal uitwijzen of de ene partij voor de troepen uitloopt of dat de andere een achterhoedegevecht voert.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *