Tekst: Luc van Koppen
Beeld: Aad Goudappel
Het innovatieklimaat van de rijksoverheid moet professioneler. Het ontbreekt aan eigenaarschap, aan focus, en waarom is er nog geen Wall of Fame van geslaagde toepassingen? Dirk-Jan de Bruijn heeft als nieuwe voorzitter van de Rijks Innovatie Community (RIC) duidelijk voor ogen wat hij wil bereiken.
‘Er is een mooie Engelse uitdrukking: risk appetite. Daar ontbreekt het de rijksoverheid nog aan. De accenten liggen op risico’s mijden, kosten beheersen, controle. Dat is begrijpelijk, maar als je wilt innoveren dan moet je aanvaardbare risico’s willen nemen. Er is meer vrije ruimte nodig en een professioneler innovatieklimaat. Daar wil ik met de RIC aan bijdragen.’ Dirk-Jan de Bruijn praat rustig en beheerst en zit keurig in het pak. In eerste oogopslag lijkt hij juist een exponent van de risicomijdende overheid. Maar als je goed luistert hoor je stevige kritiek en de overtuiging dat het anders moet en kan. De Bruijn is programmadirecteur bij Rijkswaterstaat. Sinds april combineert hij dit met het voorzitterschap van de RIC. Deze community is in 2018 opgericht als online platform om kennis en best practices van innovatie bij het rijk met elkaar te delen. Doel: leren en inspireren. De RIC innoveert zelf niet maar heeft puur een verbindende rol. Ook organiseert de RIC evenementen zoals INNOvember, het event waarin rijksmedewerkers hun innovatiekennis en -ervaring met elkaar uitwisselen. De RIC-community bestaat nu uit zo’n 4000 rijksmedewerkers.
Urgentere benadering
Waarom wilde hij voorzitter worden? De Bruijn: ‘Ik wil een bijdrage leveren aan het verbeteren van het innovatieklimaat bij de rijksoverheid. Nederland scoort goed op internationale lijstjes van rijkste en gelukkigste landen. Maar dat is geen garantie dat dit zo blijft. Kijk alleen al naar de arbeidsmarkt: in alle sectoren zijn nu al tekorten. Die worden de komende jaren alleen maar groter. Alleen al bij Rijkswaterstaat is de onderhouds- en renovatieopgave van onze wegen, waterwegen, bruggen en sluizen tot 2030 vier keer groter dan we aankunnen gezien de capaciteit.’ ‘Er liggen kansen op vlak van de arbeidsbesparende technologie. Dat vraagt om een andere, urgentere benadering van innovatie. Innoveren is nu nog te veel van de rondvraag. We praten en schrijven er graag over, we organiseren pilots en proeftuinen en maken powerpoints. Maar er zijn meer opschaalbare toepassingen nodig. Als je kijkt naar onze track record op dat gebied, dan is er nog een slag te maken. Misschien zijn de voorgestelde bezuinigingen op de rijksoverheid wel een blessing in disguise. Ze kunnen de prikkel geven om meer te innoveren.’
De Bruijn heeft verschillende functies gehad op het terrein van logistiek, verkeersmanagement en slim transport. Hij heeft ervaring met innovaties die wel en niet of gedeeltelijk werden toegepast. ‘Ik was bijvoorbeeld betrokken bij de opzet van truck platooning in 2015/2016. Hierbij zijn vrachtwagens onderling verbonden waardoor ze dicht op elkaar kunnen rijden. Dit is niet ingevoerd zoals we ons destijds hadden voorgesteld. Maar er zijn wel elementen toegepast. Zoals de verbinding tussen trucks en slimme infrastructuur. Wat hierbij enorm hielp was een meedenkende directeur-generaal die ook zelf actief zijn eigen internationale netwerk ter beschikking stelde. Alle betrokken partijen deden mee. Dat actieve eigenaarschap is essentieel. Vaak krijg je een opdracht tot innovatie, en een tijdje later de vraag: hoe staat het ermee? Zo werkt dat niet.’
De Bruijn gaat werken aan dat eigenaarschap. Binnenkort gaat hij op bezoek bij het SGO – het overleg van de secretarissen-generaal van de ministeries. Volgens hem de hoogste tijd omdat het onderwerp innovatie twee jaar niet op hun agenda heeft gestaan. Hij wil dat ze meer eigenaar en aanjager worden van een beter innovatieklimaat.
*Dit is het eerste deel van een artikel uit PD 52: i-Samenleving
Lees hier verder