Rijksambtenaren willen na de coronacrisis graag veel thuis blijven werken. Een gedeeltelijke thuiswerkplicht van 1 á 2 dagen per week vindt daarom veel steun. Dat schrijft NRC naar aanleiding van een onderzoek door het Center for People and Buildings (CfPB).
Voor de uitbraak van het coronavirus werkten ambtenaren gemiddeld vijf uur per week thuis. Een grote meerderheid hoopt dat – zodra een terugkeer naar kantoor mogelijk is – zij ongeveer de helft van de werkweek vanuit huis kunnen werken.
Het grootste voordeel van thuiswerken is volgens de ambtenaren de besparing van reistijd. Daarnaast zijn ze beter in staat om concentratiewerk te verrichten en om de balans tussen werk en privé beter te bewaken. Voor 80 procent van de ondervraagden is het geen probleem om zichzelf te motiveren om thuis productief door te werken. Ambtenaren beoordelen hun eigen thuiswerkende productiviteit met een 7.4.
Uit het onderzoek blijkt dat de belangrijkste voorwaarde om goed thuis te kunnen werken een comfortabele werkplek is. Het voelen van vertrouwen van leidinggevenden draagt ook bij aan een productieve werkplek omdat volgens de ondervraagden er dan ruimte is om snel keuzes te kunnen maken.
Het CfPB waarschuwt dat een kleine groep van 10 tot 15 procent van de ondervraagden niet wil blijven thuiswerken. Dit komt bijvoorbeeld door een slechte thuiswerkplek door rondlopende kinderen. Het is belangrijk dat werkgevers hier bij stil staan voordat zij een gedeeltelijke thuiswerkplicht invoeren, aldus het onderzoeksbureau.