Het is een gedeelde verantwoordelijkheid, zegt Nico Versteeg, algemeen directeur bij de provincie Overijssel. ‘Ambtenaren moeten kritiek durven leveren, managers moeten daar ruimte voor creëren en bestuurders hebben de plicht om te luisteren.’
‘De roep om tegenspraak is van alle tijden,’ aldus Nico Versteeg, provinciesecretaris van Overijssel. ‘Maar die wordt sterker in tijden van maatschappelijke onrust. Hoe meer spanning, hoe meer discussie over de precieze rol van ambtenaren. De laatste jaren hebben wij dat in Overijssel zelf ondervonden omdat we in het oog van de stikstofstorm zaten. Er waren rechterlijke uitspraken over het Programma Aanpak Stikstof waar onze vakmensen hun oordeel over hadden. Hoe je die kritiek kanaliseert, dat is de kunst.’ De organisatie van tegenspraak is niet ingewikkeld, zegt Versteeg. ‘Maar de menselijke verhoudingen zijn dat wel. Hoe ver kun je bijvoorbeeld gaan in de meningen die je als ambtenaar op sociale media plaatst? Alleen al in die vraag zit ontzettend veel nuance. Als communicatieadviseur bij een provincie moet je voorzichtiger zijn dan – ik noem maar wat – een gladheidsbestrijder.’
Keihard
Versteeg maakt onderscheid tussen persoonlijke mening en professioneel inzicht. ‘Als het bestuur een besluit dreigt te nemen zonder daarvan de consequenties onder ogen te willen zien, dan heb je als ambtenaar de plicht om op te treden. Daar mag je vrij stevig in zijn. Maar daar zit een grens aan.’ Hij geeft een voorbeeld. ‘Tijdens de verkiezingen ging het veel over kernenergie. Terwijl ambtenaren – in opdracht van het zittende bestuur – juist bezig zijn met duurzame opwekking door wind en zon. Als een bestuur straks geen windmolens meer wil, dan heb je je daar als ambtenaar aan te houden, ook al heb je daar misschien je bedenkingen bij. Bijvoorbeeld omdat een kerncentrale er pas over 10 of 15 jaar kan zijn. Je moet de consequenties, eventuele vertraging in de energietransitie en alternatieve opties benoemen. En wijzen op gemaakte afspraken en wettelijke verplichtingen.’ ‘Maar uiteindelijk bepaalt het bestuur welke voorstellen het aan de Provinciale Staten aanbiedt. Daarin zit het verschil tussen je eigen mening en een oordeel vanuit je functie. Vanuit die functie moet je juist tot het uiterste gaan. Alle beleids- en uitvoeringskwesties doordenken, maatschappelijke effecten, onderliggende feiten, mogelijke gevolgen. En als dat wordt weggedrukt, mag je daar keihard tegenin gaan. De kernvraag die je jezelf als ambtenaar moet stellen, is deze: heb ik het idee dat alle relevante informatie is meegewogen in het uiteindelijke besluit?’
*Dit is het eerste deel van een artikel uit de Publiek Denken 48: Publieke professional. Lees hier verder
Beeld: Provincie Overijssel