nieuws Publieke professional

Ruimte geven en nemen

Drie kwesties voor Mencke, Hoek en van der Knaap

Hoe is het anno 2014 gesteld met de politiek-ambtelijke verhoudingen? Publiek Denken legt een aantal kwesties voor aan Frans Mencke (Hoorn),  Reindert Hoek (Leeuwarden) en Jos van der Knaap (Wijchen). Gemeentesecretarissen over de gunfactor, schuivende panelen en het delen van dromen. ‘We moeten voorkomen te veel op elkaars stoel te gaan zitten.’

‘De wilde jaren van het ontluikend dualisme zijn achter de rug,’ constateert Jos van der Knaap die sinds 1999 de ambtelijke organisatie van Wijchen aanstuurt. ‘Er is een veel volwassener samenspel ontstaan. Hierbij ligt de focus niet meer op het consequent armpje drukken, maar op het gezamenlijk besturen van een gemeente, met respect voor ieders rol,’ vervolgt de secretaris van de Vereniging voor Gemeentesecretarissen (VGS).
Maar gemeenteland bevindt zich allerminst in rustig vaarwater, stelt zijn collega in Leeuwarden Reindert Hoek. ‘Er is sprake van schuivende panelen, de overheid zoekt haar nieuwe rol binnen de samenleving. Neem de decentralisatie-operatie, om deze tot een succes te maken is substantieel veel bestuurlijke overdenking en creativiteit vereist.’ Daarbij moet opnieuw worden vastgesteld wie welke verantwoordelijkheid draagt, aldus Hoek. ‘Dat is een zoektocht waar je ook als organisatie in moet investeren. Als je als ambtenaar diep in de wijkenaanpak zit, is het goed om je te realiseren dat er grenzen zijn aan wat een overheid kan doen. Ruimte geven en nemen, daar wordt nu volop mee geëxperimenteerd.’
Volgens Frans Mencke, gemeentesecretaris in Hoorn en vicevoorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS), is er sprake van een spanningsveld. ‘Er komen door de decentralisaties taken bij, geld is schaars, en tegelijk zijn er veel ambities binnen de gemeenteraad en bij wethouders. Maar er bestaat een spanning tussen wat je wilt en wat er kan.’ Een actieve verbinding tussen de ambtenarij met zowel de bestuurders als de raad is volgens hem van essentieel belang. ‘Dit betekent dat je transparant te werk gaat, nabij moet zijn, maar ook: je niet teveel laten meeslepen in politieke aspiraties. Er bestaat een grote behoefte aan feitelijke informatie, daar ligt de kracht van de ambtelijke organisatie.’

DE GEMEENTESECRETARIS EN DE BESTUURDER
Wethouders stellen zich steeds meer op als ­superdiensthoofden en houden zich bezig met het ­dagelijks management, schrijft hoogleraar Roel Bekker in de Staat van de Ambtelijke Dienst 2013. Is dit beeld herkenbaar?

‘Er bestaat altijd wel een grijs gebied tussen datgene wat je als algemeen dienstdirecteur doet en de taken van de verantwoordelijk wethouder. Dat laat zich niet met een schaartje knippen,’ zegt Hoek. ‘De functie van de overheid verandert, en de organisatie beweegt mee. We moeten daarbij voorkomen te veel op elkaars stoel te gaan zitten.’ De ambtenaar treedt volgens Hoek steeds vaker op als procesbegeleider van initiatieven. ‘Dit betekent onder andere meer representatie van de gemeente in de samenleving. Als ambtenaar acteer je in dit geval ook op bestuurlijk niveau, en dat is geen vrijblijvende aangelegenheid. Stevige afspraken met je bestuurder zijn noodzakelijk om te voorkomen dat je verwachtingen wekt die niet kunnen worden waargemaakt.’
‘De uitvoering is steeds belangrijker geworden, dus het is bijna logisch dat wethouders daarin meegaan,’ zegt Mencke. ‘Voor de organisatie betekent dit dat de uitvoering tiptop in orde moet zijn. En tegelijkertijd dat je uitvoeringsvragen terugleidt tot de bestuurlijke ­opdracht van kaderstelling en sturen op hoofdlijnen. Dat betekent omgevingsbewustzijn, en meedenken, maar ook ­assertief zijn, tegendenken. “Spreek mij tegen”, is een oproep van een van onze wethouders die ik graag aanhaal.’
Van der Knaap geeft aan dat het inderdaad lastiger is dan voorheen om ‘domeinen te scheiden, bestuurders vooral te laten besturen en het management over te ­laten aan de ambtelijk medewerkers’. Toch is hij er geen voorstander van om het college en managementteam op dit gebied samen te voegen. ‘Ons land heeft een van de gelukkigste bevolkingen van de wereld en een van de goedkoopste en best georganiseerde overheden van de wereld. Die dingen hangen met elkaar samen,’ licht de gemeentesecretaris toe. ‘De overheid is, maar anders dan Rutte het bedoelde, wel degelijk een geluksmachine. Dit krijg je voor elkaar als deze bestaat uit een betrekkelijk ­compacte en hoog opgeleide ambtelijke organisatie en een lekenbestuur. Het lekenbestuur is er voor de gezaghebbende toekenning van waarden aan de inwoners en geeft bestuurlijk leiding aan wat er moet gebeuren. Voor het organiseren zelf beschikken we over opgeleide ­professionals, het bestuur doet er verstandig aan die professionals de ruimte te geven in waar deze goed in zijn, organiseren dus.’

BUREAUCRAT BASHING
Vooral in verkiezingstijd laten politici zich nog wel eens verleiden tot negatieve uitlatingen over de ambtenarij. Is er sprake van voldoende respect en waardering van politici voor hun ambtenaren? 

Het valt het nog wel mee met het ambtenaren-bashen in Hoorn, constateert Mencke. ‘Er is respect en vertrouwen over en weer, dat blijkt wel uit de waardering die de raad en collegeleden uitspreken voor de ambtelijke organisatie.’ Hij maakt zich eerder zorgen om raadsleden die zich als buitenstaander opstellen. Mencke: ‘Sommige raads­leden zien zichzelf niet als onderdeel van de gemeente.’ De gemeentesecretaris refereert aan het document over de angstcultuur bij een sociale werkplaats dat een SP-raadslid in mei 2013 aan de betrokken wethouder presenteerde. Een actie die vooraf met de nodige media-aandacht gepaard ging. ‘Als raadslid mag je uiteraard kritisch zijn. Maar als dit eerst met de pers wordt gedeeld en dan pas met de dienst, gaat het mis.’
In Leeuwarden hebben ze de gemeenteraadsverkiezingen al achter de rug. Vanwege de gemeentelijke her­indeling is daar op 13 november 2013 de gang naar de stembus reeds gemaakt en is er inmiddels een nieuw college van B&W. ‘Ik was bevreesd voor eendimensionaal denken binnen bezuinigingsvoorstellen, maar dat heb ik totaal niet teruggezien,’ vertelt Hoek. ‘De voorstellen zijn vanuit inhoudelijke thematiek ingegeven.’ Dit betekent volgens de gemeentesecretaris echter niet dat daarmee het bureaucrat bashing van de baan is. Hoek: ‘Enerzijds zie ik ambtenaren op vooruitgeschoven ­posten in de ­wijken, anderzijds is er een centralisering rond ­bepaalde thema’s gaande, bijvoorbeeld op het gebied van de ­veiligheidsregio’s en de regionale uitvoeringsdiensten. We moeten ook als organisatie inspelen op die nieuwe patronen. Het zou goed zijn als een directeur van een uitvoerende dienst een resultaatverantwoording kan ­afleggen aan de gemeenteraad. Dit hoeft niet meer in alle gevallen via de wethouder te lopen. Door deze directere vorm van verantwoording afleggen en het maken van resultaatafspraken voorkom je dat op basis van non-informatie verkeerde uitlatingen worden gedaan.’
Ook Van der Knaap ziet geen drastische toename in het zwartmaken van de ambtenarij door politici. ‘Als raadsleden of parlementariërs zich aan ambtenaren-­bashing schuldig maken hoort een bestuurder in de bres te springen, hij is verantwoordelijk.’ Het bureaucrat ­bashen zal in de toekomst eerder afnemen dan toenemen, voorspelt hij. ‘Staatssecretaris Weekers heeft onder meer gezag verloren doordat hij zich ging verschuilen achter zijn ambtenaren, eerder gold dat ook voor staatssecretaris Teeven.’

DE FORMATIE
De vorming van een college van B&W is het ­summum van het politieke primaat. Welke rol is er dan nog weggelegd voor de ambtenaar?

Het dienende karakter voert tijdens de formatie de ­boventoon, antwoorden de drie gemeentesecretarissen eensgezind. Maar dit betekent allerminst dat ambtenaren achterover kunnen gaan leunen, nuanceert Hoek. ‘Tijdens de formatie zelf speelt de ambtelijke organisatie geen rol, dit is iets tussen de politieke partijen en de formateur. Maar ambtenaren bieden wel ondersteuning: door het aanreiken van bouwstenen, de beschrijving van trends, door aan te geven wat wel en niet kan.’ Zo schreef zijn ambtelijke dienst tijdens de formatie in Leeuwarden een rapport voor de formateur. ‘Wat is in onze optiek het speelveld waarin de gemeente acteert, en waar liggen dwarsverbanden? Dergelijke vragen kwamen hierin aan de orde,’ aldus Hoek. ‘Toen er tijdens de formatie onduidelijkheden waren over de haalbaarheid van voorstellen, zijn er werkgroepen in het leven geroepen om tot standpuntbepaling te komen. Het samenspel was dus wel ­degelijk aanwezig.’
Een coalitie die de kennis van haar eigen organisatie niet gebruikt, doet zichzelf te kort, waarschuwt Van der Knaap. Ook ziet de gemeentesecretaris van Wijchen een belangrijke rol weggelegd voor de gunfactor: ‘Ambtenaren zijn erg afhankelijk van de gunfactor van de onderhandelende partijen. Een doorregerende coalitie zal eerder de eigen ambtelijke organisatie bevragen dan een geheel nieuwe coalitie.’
‘Tijdens de formatie zijn wij beschikbaar voor hand-en-spandiensten, ondersteuning wordt actief aangeboden, maar verder is het afwachten,’ zegt Mencke. ‘En dat is ook goed. Het is een dun lijntje tussen hulp en ­bemoeienis. Bij de formatie gaat het om het vertalen van de verkiezingsuitslag in een politiek programma. ­Uiteraard bestaat het risico dat er iets wordt afgesproken dat niet uitvoerbaar is, maar dan keert de wal het schip uiteindelijk toch.’ Om deze kansen enigszins te verkleinen heeft de gemeentesecretaris de politieke partijen in Hoorn aangeboden de verkiezingsprogramma’s door te ­rekenen op financiële consequenties, enkele partijen hebben reeds van dit aanbod gebruikgemaakt. Maar de rol van de ­ambtenarij blijft bescheiden, benadrukt de ­gemeentesecretaris. ‘De formatie is het politiek-bestuurlijk moment waar het programma voor de komende vier jaar moet worden ­opgesteld. Het is goed dat politici ­elkaar opzoeken en dromen delen, de realiteit komt daarna wel.’

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *