nieuws Publieke werken

‘Begin gewoon met bouwen’

De vraag naar betaalbare huisvesting blijft stijgen, maar het aantal nieuwgebouwde woningen is al jaren te laag. En de woningnood zal de komende jaren alleen maar toenemen, verwacht hoogleraar Peter Boelhouwer. ‘We zijn momenteel de oplossingen voor overmorgen aan het bedenken, terwijl we gewoon nu moeten beginnen.’

De coronacrisis zorgt voor veel onzekerheid en pessimistische prognoses, ook op het gebied van woningbouw. Maar tot nu toe valt het effect op de woningmarkt mee, zegt Peter Boelhouwer, deskundige op het gebied van woningmarktbeleid en hoogleraar aan de TU Delft. ‘De verkopen liggen op hetzelfde niveau en de huizenprijzen stijgen nog. Bovendien gaat ook de bouw gewoon nog door. Dat neemt niet weg dat de problemen op het gebied van wonen en ruimtelijke ordening aanzienlijk zijn. Uit een rapport van de Rabobank, dat begin 2020 verscheen, blijkt bijvoorbeeld dat het woningtekort in Nederland 315.000 bedraagt.’ Daar komt bij dat door de coronacrisis de bouwproductie de komende 2 jaar met zo’n 15 procent zal afnemen, verwacht het Economisch Instituut voor de Bouw. Wel kondigden woningcorporaties recent aan de komende 5 jaar maar liefst 80.000 sociale huurwoningen te gaan bouwen. Een stap in de goede richting, denkt Boelhouwer, maar het is duidelijk dat er meer moet gebeuren. ‘Het belangrijkste is dat de rijksoverheid de regie neemt. Zeker nu ons een crisis te wachten staat. Tijdens de vorige economische crisis zijn er geen nieuwe plannen ontwikkeld. Daar lopen we nu tegenaan.’

Lacune
De urgentie van de woningnood lijkt inmiddels ook doorgedrongen tot de politiek. Begin maart nam de Tweede Kamer een motie aan om in het volgende kabinet weer een minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) aan te stellen. Het ministerie van VROM werd in 2010 nog afgeschaft, waarbij de verschillende departementen werden ondergebracht bij andere ministeries. ‘Er is een bestuurlijke lacune ontstaan, waarin niemand verantwoordelijkheid neemt,’ constateert Boelhouwer. ‘Je hebt een minister nodig die zich uitsluitend met wonen bezighoudt. Een goede minister van Wonen stelt een ondergrens in van het aantal gebouwde woningen, zodat de bouw in ieder geval op gang blijft.’

Nederland heeft weinig probleemwijken en redelijk betaalbare woningen

De Omgevingswet, die naar verwachting op 1 januari 2022 in werking zal treden, geeft juist lokale overheden meer verantwoordelijkheden, instrumenten en vrijheid in het ruimtelijk- en woonbeleid. Dat kan echter prima samengaan met een sterke regierol voor de centrale overheid, denkt Boelhouwer. ‘De woningopgave moet centraal worden geregisseerd, maar decentraal worden ingevuld. Maar hoe en door wie, dat is nog niet duidelijk.’

Sociaal woonbeleid
Een goed voorbeeld van een sterke regie door de overheid is te vinden in Frankrijk, waar de woningproductie tijdens de vorige grote crisis is doorgezet. Het aanbod van betaalbare woningen is daardoor redelijk stabiel gebleven. Een ander voorbeeld is Oostenrijk, dat een grote en beschermde sociale huursector kent, waardoor ook minder vermogende burgers relatief goed kunnen wonen. ‘Die voorbeelden laten zien dat woningbeleid meer afgestemd, meer gecoördineerd kan zijn,’ zegt Boelhouwer.
Toch doen we het internationaal gezien zo slecht nog niet. Boelhouwer: ‘Vanwege onze grote sociale huursector heeft Nederland weinig probleemwijken en over het algemeen heb je hier ook redelijk betaalbare woningen. Het probleem is simpelweg dat er in elk segment een groot tekort is: zoals gezegd, hebben we ruim 300.000 woningen nodig.’

Dupe
In de grote (binnen)steden vindt bovendien gentrificatie plaats. Boelhouwer: ‘Dat is een proces van opwaardering van een wijk, waardoor de huizenprijzen stijgen. Eén vorm van gentrificatie is puur door de markt gedreven; een groep studenten en kunstenaars trekt een wijk binnen en maakt hem hip, waarna de middenklasse al snel volgt.’

De bouw ondervindt veel hinder van het stikstofbeleid

Een andere vorm van gentrificatie komt voort uit overheidsbeleid. ‘Door duurdere woningen toe te voegen aan een wijk, hoopt de overheid de bevolking meer te mengen, de leefbaarheid van die wijk te verhogen,’ legt Boelhouwer uit. ‘Kijk bijvoorbeeld naar de Bijlmermeer in Amsterdam, waar het bouwen van een iets duurder segment woningen goed is voor de sociale stabiliteit. Gentrificatie is in essentie niet per se negatief, maar een duidelijk nadeel is dat minder vermogende burgers uit de wijk verdwijnen.’

Begin met bouwen
Toch vallen de nadelige gevolgen van gentrificatie in Nederland relatief mee, aldus Boelhouwer. Waar we wel hinder van ondervinden, is het stikstofbeleid. ‘Wij zijn het enige land waar dit probleem überhaupt bestaat. De bouw is nauwelijks verantwoordelijk voor stikstof, maar de normen zijn zo streng ingesteld dat toch alles is stil is komen te liggen. Dat is gewoon heel slecht gecoördineerd beleid.’
‘Maar ook los van de stikstofcrisis zijn we momenteel heel slecht in het gewoonweg bouwen van woningen,’ ziet Boelhouwer. ‘Locaties komen niet van de grond, bijvoorbeeld vanwege de aanleg van zonneparken of energielandschappen. Er is strijd tussen gemeentelijke afdelingen, zoals het grondbedrijf en de afdelingen wonen en stedenbouw, of er ontstaat vertraging omdat mensen uit de buurt bezwaar aantekenen. Dat draagt allemaal bij aan het steeds oplopende woningtekort. Er is gelukkig sprake van een kentering: er is steeds meer aandacht voor de woningnood. Die discussie is goed en nodig, maar kost veel tijd. Laten we gewoon zo snel mogelijk beginnen.’

*Dit artikel werd geschreven door Jelle van der Meulen en verscheen oorspronkelijk in Publiek Denken 21: Sociaal domein onder druk. Wilt u meer artikelen lezen? Neem dan nu een gratis abonnement op Publiek Denken.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *