Stop met deze 9 fouten in bewonersparticipatie

Het is alweer bijna twintig jaar geleden dat ik als eindredacteur van het GSB|blad (het magazine over grotestedenbeleid) een artikel schreef over bewonersparticipatie. We noemden ze toen ‘faalfactoren’. Het zijn negen lessen uit de praktijk waarvan ik toen al vond dat we ermee moesten stoppen. Helaas, en dat schrijf ik met enige frustratie, zijn ze vandaag de dag nog net zo relevant. Tijd om die lessen opnieuw onder de loep te nemen.

  1. Onvoldoende aandacht voor werving
    Als je alleen een oproep in de wijkkrant plaatst en verder niets doet, dan heb je de plank al misgeslagen. Participatie vraagt om actief werven. Ga de wijk in, leg contact, gebruik bestaande netwerken. En zoek ook naar de mensen die je anders nooit ziet: jongeren, ouderen, mensen met een migratieachtergrond. Een participatieproces dat enkel draait om de gebruikelijke ‘beroepsburgers’ is een gemiste kans.
  2. Verkeerde timing, laat resultaat
    Het proces loopt vaak vast door slechte timing. Betrek je bewoners te laat, dan is participatie een wassen neus. Maar betrek je ze te vroeg, zoals bij het langverwachte skatepark in Rotterdam, dan groeit de jeugd soms letterlijk uit hun skates voor het park eindelijk klaar is. Zorg dus voor realistische verwachtingen en betrek bewoners op het juiste moment.
  3. Te hoge verwachtingen creëren
    We beloven vaak te veel. Vertel meteen wat haalbaar is en wat niet. Anders loop je het risico dat mensen afhaken zodra ze ontdekken dat hun ideeën niet gerealiseerd kunnen worden. Transparantie en eerlijkheid zijn cruciaal, vanaf het begin tot het einde van het proces. Verwachtingen managen is net zo belangrijk als het proces zelf.
  4. Ouwe koeien wegwimpelen
    Buurtbewoners vergeten niet snel. Vorige mislukte projecten of achterstallig onderhoud komen onherroepelijk ter sprake. Het is onverstandig om dat zomaar weg te wuiven met regels en procedures. Erken de ervaringen van bewoners. Wees respectvol en luister, ook als het om ouwe koeien gaat. Begin desnoods met een klaagmuur, zoals ze in Rotterdam deden. Dat lucht op en opent de weg naar constructieve gesprekken.
  5. De backoffice niet in de wijk aanwezig
    Participatie werkt alleen als ook de gemeentelijke organisatie meedoet. In Enschede ontdekten ze dat vakdiensten niet in de wijk aanwezig waren, wat tot frustraties leidde. Betrek de hele gemeentelijke organisatie bij het proces en zorg dat de lijnen kort zijn. Het is niet genoeg om alleen de wijkambtenaren naar voren te schuiven; de backoffice moet ook een rol spelen in de uitvoering.
  6. Niet zeggen wat je doet
    Participatie zonder terugkoppeling is zinloos. Het is belangrijk om bewoners op de hoogte te houden van de voortgang, zelfs als er weinig nieuws is. Als er niks gebeurt, leg dan uit waarom dat zo is. En vergeet vooral niet te communiceren over wat er met ideeën gebeurt die niet uitgevoerd worden. Laat het werk niet verdwijnen in de krochten van het gemeentehuis zonder uitleg.
  7. Burgers benaderen als tegenstanders
    Als bestuurders en ambtenaren burgers beschouwen als tegenstanders, dan zullen bewoners zich ook zo gaan gedragen. Dit creëert een vicieuze cirkel van wantrouwen. De sleutel is respect. Zie bewoners niet als obstakels, maar als partners. Anders krijg je een patstelling die moeilijk te doorbreken is.
  8. Inpakkende procedures
    Het toelaten van inspraak betekent niet dat alle besluiten automatisch breed gedragen worden. Bewoners kunnen het oneens blijven met de uitkomst, ook al hebben ze hun zegje gedaan. Het is belangrijk om van tevoren na te denken over hoe je met kritiek omgaat. Participatie moet niet voelen als een lege huls, waarbij bewoners hun bezwaren mogen uiten, maar verder niets verandert.
  9. Geen draagvlak, geen geld, geen tijd
    Als je onvoldoende politieke steun hebt, te weinig geld of niet de lange adem voor een project, begin er dan niet aan. Participatie werkt alleen als er van bovenaf commitment is om de ideeën en initiatieven van bewoners echt serieus te nemen. Zonder draagvlak blijft het bij mooie woorden en holle processen.

Deze negen lessen blijven een handleiding voor wat we moeten vermijden in bewonersparticipatie. Het gaat om respect, tijdigheid, en vooral realisme. Als we dat serieus nemen, kunnen we écht stappen vooruit maken in hoe we bewoners betrekken bij beleid. En wie weet, wordt dat skatepark dan eindelijk eens op tijd gebouwd.

Marije van den Berg

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *