Behoorlijk participeren

Het was zeker niet de eerste de beste projectdirecteur die het woord voerde. Gepokt en gemazeld zouden we hem kunnen noemen. Hij vertelde over een ingewikkeld besluitvormingsproces met een nog ingewikkelder participatieproces. En hij verzuchtte hoe alle zorgvuldigheid die zijn organisatie aan de dag legde, uiteindelijk toch niet kon verhoeden dat veel belanghebbenden alleen nog maar bezig waren met de vraag: hoe steek ik een spaak in de wielen van dit project. Op het onaangename af. Zodanig dat de moed hem in de schoenen was gezakt: waar doe ik dit eigenlijk allemaal voor?

Het is een klacht die menig participatieprofessional zal herkennen. Je doet je uiterste best om het participatieproces zorgvuldig te organiseren. Je brengt alternatieven in kaart. Je levert achtergrondinformatie aan en laat nog eens een extra doorrekening maken. Maar je weet dat via andere routes er alles aan gedaan wordt om het hele project te verijdelen. En dat alles wat je in het participatieproces doet en deelt, tegen je gebruikt kan worden. Of dat nu via schreeuwende koppen in de krant is, of via een-tweetjes met de politiek.

Het betoog van de projectdirecteur was ongetwijfeld lichtelijk gekleurd. Het was ongetwijfeld besmet met het virus waar veel beleidsmakers last van hebben, namelijk dat zij bezig zijn met goede voornemens maar dat anderen dat niet (willen) inzien. En ja, het is ook gewoon het lot van een overheidsdienaar om te moeten werken in een veeleisende, wispelturige en weerbarstige omgeving, zeker als je draagvlak moet zoeken voor een controversiële maatregel. Maar toch zat er een belangrijke, onuitgesproken vraag onder het betoog van de spreker. Moet je, terwijl belanghebbenden zich ontpoppen als opportunistische actievoerders, eindeloos hoffelijk, loyaal en meegaand blijven? Moet je jezelf opzadelen met hun eindeloze wensenlijstjes, terwijl je weet dat al dat werk toch weer tegen je gebruikt zal worden?

Participatie is hot. En terecht. Maar naderen we misschien ook niet een grens? Een grens die in sommige gevallen overduidelijk wordt overschreden, maar die vrijwel niemand durft te benoemen? Op alle mogelijke manieren verplichten we de overheid om participatie ordentelijk te organiseren. Maar mogen we dan ook niet van participanten vragen om ordentelijk te participeren? En het ook te sanctioneren als dat stelselmatig toch niet gebeurt?

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *