Herstel de lach in het openbaar bestuur

In de middeleeuwen was de hofnar de officiële tegenspreker aan het hof van de koning of de machthebber van dienst. In die tijd wisten heersers hoe belangrijk het was om iemand direct in de buurt te hebben die hen op een ontspannen manier van repliek kon dienen. Dat deed de hofnar door een lachspiegel voor te houden. Daarmee kon de hofnar de vorst confronteren met aanvechtbaar en onlogisch gedrag. Met een lach, soms een kiespijnlach, hield de hofnar de macht­hebber die spiegel voor. Met humor kon hij dingen aan de kaak stellen die gevoelig lagen. Het middel, een goede kwinkslag, was daarbij essentieel. Want met een goede grap kon je lastige kwesties op een quasi onschuldige wijze aan de orde stellen.

Belangrijk was dat de hofnar in dienst was van de vorst. De hofnar stond de vorst tot dienst. Een wijs en slim idee, zo constateerde neerlandicus Herman Pleij. De hofnar hielp de vorst om beter te functioneren. De machthebber kon er zijn voordeel mee doen maar kon de fratsen van zijn persoonlijke clown ook negeren. En de kritiek die in de vrolijk kritische reflectie van de hofnar zat, was relatief onschuldig. Want de hofnar deed het in opdracht van de vorst zelf. Bedreigend was hij niet, want hij was eigendom van de vorst, zo stelde ik in mijn boek Tegenspraak graag.

Nu pleit ik niet voor het herstel van lijfeigenschap en ook niet om in de buurt van al onze bestuurders iemand neer te zetten die vreemd groen gekleed gaat met een rare puntmuts vol belletjes. Toch heb ik in het Kompas voor publiek leiderschap het pleidooi opgenomen voor het herstel van de hofnar in functie. De hofnar kon opereren zonder vrees en vleierij en onderdanigheid. Gewoon de waarheid zeggen op een vrolijk speelse wijze.

Natuurlijk zat daar soms een risico aan vast. Zo schijnt Iwan de Verschrikkelijke zijn hofnar met hete soep en broodmes te hebben bewerkt, aldus Herman Pleij. Maar belangrijk is dat machthebbers ook nu het belang van een vaste tegenspreker onderkennen en de hofnar in functie herstellen. Daarom mijn pleidooi om van rijkswege weer hofnarren aan te stellen om relativering te krijgen. Omdat dit niet gemakkelijk is, zal een rijksopleiding tot hofnarren snel moeten worden gestart. Met als belangrijk voorwaarde: herstel van het belang van de lach in het openbaar bestuur.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *