Europa is een supranationale fondsenwerver

De coronacrisis gaf de Europese Unie aanvankelijk een historische kans. Het klinkt lelijk om bij een verschrikkelijke mondiale infectieziekte van een kans te spreken, maar de politieke realiteit is veelal geworteld in feitelijkheid (de facto gebeurtenissen) die meestal geen vooraf bepaalde morele of esthetische dimensies kent. Pas bij een reflectie op feiten verschijnen de morele of esthetische normen in de arena van oordeelvorming. Er lag gewoon een historische kans voor de EU om zichzelf als een nuttige en onontkoombare macht te laten gelden.

Bij het uitbreken van de pandemie verdween de EU langzamerhand uit het zicht. Het waren de politieke leiders van de lidstaten die als het hoogste gezag van de soevereine macht naar voren traden. Alle ogen waren gericht op premiers en presidenten. Overal beriep men zich op een constitutionele uitzonderingstoestand. In Brussel heeft men zelfs geen lichte poging gewaagd om zichzelf op de kaart te zetten.

Terwijl overal in Europa dringende behoefte was aan een aantal medische producten zoals mondkapjes, kon de EU geen vuist maken tegen de leverancier daarvan, namelijk China. Nederland moest zelf buiten de reguliere structuren een speciale gezant aanstellen om mondkapjes en testcapaciteiten te kopen. Dat waren producten die in alle lidstaten ontbraken. China zag de onmacht van de Europese Unie en de wanhoop in die lidstaten bij het bestellen van mondkapjes en testpakketjes. Peking bracht vliegtuigen vol mondkapjes naar Servië en een aantal andere staten, die juist op een tweesprong staan: een democratische rechtsstatelijke toekomst in de EU of een nauwe band met China en Rusland. China toonde zich als een meester in de geopolitieke vraagstukken.

Jammer genoeg wist de Europese Commissie niet het initiatief naar zich toe te trekken door zelf een robuuste club op te tuigen met een speciale gezant voor het bestellen van mondkapjes en testpakketjes. In de zomer van 2020, toen overal de lockdown werd opgeheven, ging de EU zich buigen over een coronafonds. Hier zijn ze kennelijk goed in. Ja, ironisch! Ze zijn goed in het oprichten van fondsen, maar niet in het oplossen van concrete problemen. Het overhevelen van geld van de ene kant van Europa naar de andere kant vereist een platform voor overleg en onderhandelingen. Daarom is de vraag of de EU een overlegplatform wil zijn, of een politieke en bestuurlijke organisatie die concrete, dringende problemen kan oplossen. Als dat laatste niet het geval is, rijst dan de vraag wat precies de politieke legitimaties zijn voor de verdere integratie binnen de EU. Waarin moeten we verder gaan integreren: in een soort transnationaal platform of een supranationale fondswerver? Het gaat hier niet om de wettelijke kaders, maar om de politieke legitimatie. De nood­toestand bewijst de eigenlijke waarde en noodzaak van een politieke en juridische orde.

*Deze column verscheen oorspronkelijk in Publiek Denken 27: Sociaal Domein, op koers of op de klippen?

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *