Jantine Kriens: Oud en nieuw

Het begin van een nieuwe raadsperiode brengt altijd een mooi soort spanning met zich mee. Nieuwe raadsleden staan te popelen om hun idealen te verwezenlijken en zichzelf te bewijzen als volksvertegenwoordiger. Vol enthousiasme en energie bijten zij zich vast in hun nieuwe rol. Geen zee te diep, geen berg te hoog.

De oude garde kent inmiddels het klappen van de zweep. De procedures, de valkuilen, de nukken en gewoontes van de burgemeester als voorzitter van de raad. Maar ook het gevoel als het eindelijk lukt om dat gedroomde doel voor eigen dorp of stad te bereiken. Met een zekere hoop en nieuwsgierigheid zullen ze kijken naar hun nieuwe collega’s. Wat brengen ze in, hoe zullen ze hun raadslidmaatschap invullen? Zullen de nieuwe lichting en de oude garde samen die sterke raad vormen die elke inwoner toekomt?

Oud en nieuw zullen aan elkaar moeten wennen, maar weten ook vanaf dag één dat ze niet zonder elkaar kunnen. Als een nieuw raadslid vragen of twijfels heeft over hoe hij iets moet aanpakken, moet een ervaren collega hem op sleeptouw nemen en wegwijs maken. En als dat ervaren raadslid wéér die steeds terugkerende discussie moet voeren, kan de nieuwkomer haar scherp houden en met frisse inzichten het debat nieuw leven inblazen. Oud en nieuw moeten elkaar versterken. Elkaar motiveren en enthousiasmeren. Inspireren en van elkaar leren.

Dat laatste is nu misschien wel belangrijker dan ooit. Nog nooit stonden nieuwe raden en colleges voor zulke enorme veranderingen als nu. Over minder dan negen maanden zijn de decentralisaties op het gebied van werk, zorg en jeugd van kracht. In elke gemeente zijn de voorbereidingen in volle gang en zijn al bergen werk verzet door college, raad en ambtenaren. Het is nu zaak om daar koersvast mee door te gaan, volle kracht vooruit. Dat betekent dat een goede overdracht door vertrekkende raadsleden en wethouders onmisbaar is. De kennis en ervaring die zij in de afgelopen jaren hebben opgedaan, mag niet verloren gaan. Daarbij spelen ambtenaren als constante factor een belangrijke rol om te zorgen dat de nieuwe raden en colleges inderdaad op volle kracht vooruit kunnen.

De VNG zorgt natuurlijk ook voor heldere inhoudelijke informatie over dossiers waar elk raadslid mee te maken krijgt. Bovendien werken we samen met de verenigingen van burgemeesters, wethouders, raadsleden, gemeentesecretarissen en raadsgriffiers aan een programma om het lokaal bestuur te versterken. Want elke gemeente heeft een kundig college en een krachtige raad nodig.

Het raadslidmaatschap is een verantwoordelijke functie, zeker nu. De opgaven zijn groot, het voorrecht om daar uit naam van dorps- en stadsgenoten aan te mogen bijdragen is nog ­groter. Ik ben blij dat er ondanks alle scepsis over de kwaliteit van raadsleden en hun vermeende beperkte invloed op lokaal beleid toch zo veel mensen waren die zich kandidaat hebben gesteld voor de afgelopen verkiezingen. Dat getuigt van moed en van wilskracht om iets voor de maatschappij te betekenen. En dat zijn precies de eigenschappen die heel goed van pas komen als zeeën toch wat dieper en bergen net wat hoger blijken dan ­gedacht.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *