Jantine Kriens: We gaan voor goud

Als je kijkt naar de stroom wetsontwerpen, visienota’s en beleidskaders die op het Binnenhof wordt geproduceerd, zou je de indruk kunnen krijgen dat ons land wordt bestuurd vanuit die ene vierkante kilometer in Den Haag. Media versterken dat gevoel; elk incident wordt breed uitgemeten, in het Haags debat voeren ‘misstanden’ de boventoon met nog meer maatregelen tot gevolg. De focus ligt op bezuinigen, en we vergeten alle ellende alleen even als Sven en Ireen naar goud schaatsen. 

Zo is het gelukkig niet, er is niet één centrum van ontwikkeling in Nederland. Vanaf mijn werkplek, 1,3 kilometer verwijderd van het Binnenhof, is het perspectief heel anders. Daar waar de pessimist zou zeggen: we moeten meer doen met minder geld, zie ik onze levendige steden en zelfbewuste regio’s bruisen van plaatselijke initiatieven die één ding duidelijk maken: er is al jaren een wezenlijke verandering gaande van verticale gezagsverhoudingen naar horizontale samenwerking. De betrokkenheid van burgers is daardoor nog nooit zo groot geweest. Daar word ik ronduit blij en optimistisch van.

Als banken geen krediet willen verstrekken, krijgen mensen via crowdfunding het geld wel bij elkaar. Een opgeheven buslijn wordt door vrijwilligers weer draaiend gehouden. Ik zie broodfondsen voor en door zzp’ers ontstaan en plaatselijke coöperaties in windenergie. Maar ook buurtbewoners die samen een kruidentuin aanleggen in een verwaarloosd plantsoen. Maatschappelijke initiatieven via kleinere eigen netwerken vergroten de betrokkenheid en geven mensen een goed gevoel.
De verschuiving van centraal naar decentraal past dan ook uitstekend in deze tijd. Dat heeft de landelijke overheid goed gezien. Uitgaand van die kracht van de burger is het logisch om straks landelijke taken over te dragen aan gemeenten die immers dicht bij de burger opereren. Lokale gemeenschappen bestaan niet alleen uit burgers die de buurttuin onderhouden, maar ook uit bedrijven, vakbeweging, verenigingen, organisaties in zorg en onderwijs, woningcorporaties. Samen vormen zij de maatschappelijke werkvloer waar zowel professionals als vrijwilligers de handen uit de mouwen steken. Een krachtig, breed netwerk dat verbindingen kan leggen met andere steden, regio’s én overheid vraagt om een goede infrastructuur. De nieuwe taak van de rijksoverheid ligt wat mij betreft in het versterken van die verbindende infrastructuur op decentraal niveau.

We verlaten de instituties, en het is belangrijk dat de overheid haar rol vindt in deze nieuwe vitaliteit. We laten de verticale regie los en kiezen voor een horizontale regie, dwars door alle ministeries en lokale overheden heen. Een gezamenlijke regie waarin rollen, taken en bevoegdheden worden afgesproken en waarbij een horizontaal verantwoordingssysteem past.

Terug naar Sven en Ireen en al die andere Olympische kampioenen. Ook ik heb genoten van onze gouden medailles. Het NOC*NSF stuurt Nederlandse sporttalenten naar de Olympische Spelen. Maar het is de combinatie van coach, team, begeleiding en eigen kracht van atleten die voor goud zorgt. Noem het beroepsdeformatie, maar ik herkende thuis voor de buis onmiddellijk ons nieuwe bestuurlijk systeem; werkend van centraal naar decentraal gaan we voor goud.

 

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *