License to respond

Een recente column van NRC-columnist Tom-Jan Meeus suggereerde dat er in Den Haag topambtenaren “weggepromoveerd” worden in de nasleep van politiek tumult. Zo leiden politieke afrekeningen ook tot ambtelijke consequenties. Dit staat niet op zichzelf. Afgelopen jaar kwam er een boek uit van een historicus aan de universiteit van Cambridge. In dat boek betoogt de auteur dat de topambtenaar in Engeland, maar ook in andere landen zoals Australië, Nieuw-Zeeland en Canada, meer publiek is geworden. Dat betekent onder andere dat ze meer profiel hebben gekregen in de kranten, persoonlijke Twitteraccounts hebben en ook een eigen stem in de publieke debatten over overheidsbeleid.

Dat is echter, zo betoogt hij, niet helemaal vrijwillig. Het zijn namelijk vooral social media, de Wet openbaarheid van bestuur (of het equivalent daarvan) en beleidsschandalen die dit hebben veroorzaakt. Het punt dat de historicus maakt is eenvoudig: als topambtenaren publieker worden – en er daarmee meer publieke verantwoording, transparantie en creativiteit van hen gevraagd wordt – dan moeten zij ook een beetje ruimte krijgen om zich te verdedigen en een eigen stem te hebben.

Dat eerste (meer verantwoording) past goed bij de huidige politiek, maar dat laatste (meer ruimte) is nog ongemakkelijk. De Nederlandse topambtenaar is namelijk meer van de fluistertoon dan van de megafoon. Uitzonderingen daargelaten hebben ze weinig volgers op Twitter en er gaan maanden voorbij zonder dat er een topambtenaar bij de late night talkshows zit.

Het ambtenarenbestaan heeft iets tragisch. Men voert dingen uit die ze misschien nooit zelf hadden bedacht, om enkele jaren daarna ander beleid uit te voeren dat men ook niet had bedacht. Zij beïnvloeden, natuurlijk, maar dienen net zo goed. Het beoordelen van ambtenaren op dezelfde wijze als we politici beoordelen is aantrekkelijk. En logisch, want topambtenaren maken deel uit van de “macht” en die verdient een kritische beschouwing en beoordeling. Toch wringt het, want ambtenaren hebben amper een license to respond; ze kunnen zichzelf lastig verdedigen omdat hun positie altijd verbonden is aan hun politieke bestuurder. Het proefschrift van Menno Tuurenhout liet in 1992 al zien dat dit geen nieuwe spanning is.

Tegelijkertijd zijn topambtenaren wat mij betreft niet heilig of onschendbaar. Op zich is verantwoording iets gezonds. Topambtenaren zullen zichzelf af moeten vragen wat publiek ambtelijk vakmanschap inhoudt. Het publiek zal op zijn beurt zich af moeten vragen wat ambtelijke verantwoording betekent.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *