Martijn van der Steen: Spraakmakend leiderschap

Marije van den Berg is een voormalig raadslid en tegenwoordig bezig met vernieuwing van de overheid. In een bijeenkomst zei ze laatst iets prachtigs. Het ging over organiseren over de ­grenzen en over de terreur van de harkjes. En toen kwam het. ‘In organisaties zijn mensen van de vakjes, maar wie is er van de lijntjes?’

Ik vond het een prachtig beeld van wat er in veel organisaties mis is. Interessant was ook dat de aanwezige leiders uit het lokaal bestuur de spreuk over de vakjes en lijntjes meteen in iPads en boekjes noteerden. Als onderzoeker jeukten mijn handen om te zien wat er de ­volgende dagen in die organisaties zou gebeuren.

Walk the talk. We kennen het gezegde allemaal, als een aansporing voor leiders om niet alleen te praten, maar de daad bij het woord te voegen. Verbazingwekkend veel spreekwoorden benadrukken het belang van handelen boven praten. ‘Geen woorden maar daden’ ligt mij als Rotterdammer na aan het hart.

Praatjes vullen geen gaatjes. Of toch wel? De harkjes en de lijntjes van Marije van den Berg doen iets met hun gehoor. Ze geven taal en verhaal aan iets dat mensen daarvoor al dachten, maar wat ze moeilijk in woorden konden vatten. Integraal, gecoördineerd en programmatisch kennen we allemaal, maar die woorden zeggen niets. Harkjes en ­lijntjes snapt iedereen. En zodra het beeld eenmaal in je hoofd zit kan het ook niet meer ‘uit’. Dan is het ineens vreemd om ­jezelf in een vakje te plaatsen.

Ik moest aan de vakjes en lijntjes denken bij de afronding van een klein onderzoek naar de verandertaal van gemeentesecretarissen. Daarin kijken we naar hoe ­secretarissen praten. Treffend vond ik de gemeentesecretaris die zijn inleiding tegenover 150 medewerkers begon met de woorden: ‘Voor wie energie wil, ik ben geen stopcontact’. Wat volgde was een knallend betoog over hoe de organisatie verder zou ontwikkelen. Niet lullen maar poetsen. Niet mijn stijl, maar wel duidelijk, eigen en – het werkte.

Of een andere gemeentesecretaris, die bij zijn aantreden merkte dat iedereen in de organisatie naar hem toe kwam met ‘moeilijke vragen’. Hij beantwoordde elke vraag met een wedervraag. Mensen moeten weer zelf gaan nadenken, zo was zijn uitleg. Hoe verander je een organisatie die alle ­besluiten naar boven gooit in een organisatie die zelf denkt? Niet via grote veranderprogramma’s, maar door anders te praten. Geen antwoorden geven, maar vragen stellen. Het woord ‘ruimte’ ­gebruiken, op alle mogelijke momenten. De organisatie letterlijk de woorden geven om nieuw gedrag aan op te hangen. Het kan pas als het gezegd is.

Geen woorden maar daden is prima als je op het voetbalveld staat. Maar in organisaties gaan de woorden aan de daden vooraf. Leiders moeten praten, omdat hun praatjes de gaatjes vullen. Dagelijks nemen medewerkers beslissingen over complexe vraagstukken. Ze passen de kaders toe waarvan zij denken dat ze gelden. Niet de kaders op papier, maar wat ze om zich heen als gewoon en gebruikelijk horen. Ze proeven ‘the tone at the top’ en gedragen zich ernaar. Ze passen de woorden toe die ze horen. Pas als de organisatie zich vult met andere woorden gaan mensen zich in concrete gevallen anders gedragen. Anders praten maakt ander gedrag gewoon. Daar zijn sprekende leiders met passende woorden voor ­nodig.

Imagination is the root of­innovation. Om het anders te doen, moet je het je eerst anders kunnen ­voorstellen. Creativiteit, voorstellingsvermogen, beelden van hoe het kan en mag zijn. Organisaties in verandering hebben spraakmakende leiders nodig. Leiders die de woorden geven die ander gedrag mogelijk maken. Die het gesprek in de organisatie verleggen en daarmee ruimte maken voor de vernieuwing die ze beogen. Wie af wil van de vakjes, moet vaker over de lijntjes praten. Eerst lullen, dan poetsen.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *