De titel van dit blad en zijn website zijn meer ideaal dan werkelijkheid. Publiek denken komt voor, zeker. Maar in vergelijking met andere vormen van openbaarheid is denken vrij uitzonderlijk. Dat is in toenemende mate het geval. De verklaring ligt voor de hand: sociale media. Zij maken dat het publieke domein enorm vergroot is, voor iedereen toegankelijk en dus vervuld van wat mensen zoal bezighoudt. Denken in de, zeg maar, intellectuele variant van die hersenactiviteit en zoals bedoeld in een uitdrukking als publieke opinie, vormt daarvan slechts een minuscuul onderdeel. Veel belangrijker zijn de activiteiten die opgewekt worden door andere “bronnen”, waaronder buik, emotie en wensgedachte. Dat weten we al lang. Dat bevestigt elk onderzoek – denk alleen maar aan dat voor iedereen verplichte boek Ons feilbare denken van Daniel Kahneman over het snelle en het langzame denken. Om het in de woorden van psycholoog Jonathan Haidt te zeggen: het is steeds weer de emotionele hond die met de rationele staart kwispelt.
Nu zou het overwicht van de impuls in het publieke domein geen probleem zijn, als we zouden weten hoe daarmee om te gaan. Maar eigenlijk weten we dat niet. We doen alsof. We doen alsof de emotionele hond te herkennen is aan z’n rationele staart. Maar dit doen we alleen omdat het zaken eenvoudiger maakt – en omdat het spoort met ons zelfbeeld. Met “ons” bedoel ik dan de mensen die dit soort stukjes lezen, u en ik dus. Maar opnieuw: mede door die sociale media bezetten wij allang niet meer dan een uithoekje van het publieke domein. Het overgrote deel van dat domein wordt ingenomen door mensen die niet eens pretenderen rationeel te zijn. Ze zijn gewoon. Ze roepen. Ze doen. En het kan ze geen bal schelen dat “wij” dat nogal eens ondoordacht vinden.
Voor beleidsmakers, communicatieadviseurs, politici en anderen levert dit grote problemen op. Zij worden immers geacht op z’n minst de publieke beroering te begrijpen, liever nog haar enigszins in goede banen te leiden. Zo niet: gele hesjes, rellen op het Museumplein, Kanaleneiland, Schilderswijk, vechtpartijen op straat, vandalisme, bezetting van overheidsgebouwen, het houdt niet op. We hebben er in de afgelopen jaren veel van gezien en meer zal volgen. Want de onvrede is groot. Het wantrouwen ook. En de mogelijkheden tot uiting en verstoring zijn dankzij de sociale media enorm. Als beleidsmakers, communicatieadviseurs, politici en analisten eerlijk zijn kunnen ze niet anders dan toegeven dat ze niet weten hoe daarmee om te gaan.
Niet of nog niet? Hiermee is meteen een van de belangrijkste opdrachten voor komende tijd gegeven: de aloude publieke opinie, product van een rationele tijd en een rationeel soort mensen, is vervangen door de publieke emotie. Hoe die te begrijpen? Hoe daarop te reageren? Hoe die zo in banen te leiden dat zij niet steeds weer ontploft?