alle artikelen van Ambtenarenpanel

Meer scholing, geld en tijd kan kwaliteit raadswerk helpen verbeteren

Het is voor veel raadsleden lastig om goedgefundeerde besluiten te nemen in de gemeenteraad. Daarbij speelt onder andere een rol dat ze niet genoeg technische kennis bezitten en te laag zijn opgeleid, maar ook dat ze geen tijd nemen om hun stukken te lezen en onvoldoende ondersteuning krijgen vanuit de ambtelijke organisatie. Een oplossing is om raadsleden meer professionele scholing te geven, of hun uren en vergoeding uit te breiden zodat ze meer tijd aan hun raadswerk kunnen besteden. Dat zeggen gemeenteambtenaren in een raadpleging van Ambtenaren­panel naar aanleiding van de gemeenteraadsverkiezingen van vorige maand.

Aan het onderzoek van Ambtenaren­panel deden 376 gemeenteambtenaren mee. Van hen is 56 procent vrouw, 43 procent man en van 1 procent is het onbekend. Als het gaat om geografische verdeling, woont 45 procent van de deelnemers in Utrecht, Flevoland of Noord- en Zuid-Holland. Zo’n 28 procent woont in het zuiden en 27 procent in het noorden of oosten van het land.

Als eerste werd de deelnemers gevraagd wat ze van plan waren te stemmen: dezelfde partij als bij de vorige verkiezingen of een andere partij? De meesten van hen blijken redelijk honkvast: 41 procent stemt op dezelfde partij en slechts 22 procent op een andere. Maar liefst 29 procent weet ten tijde van het onderzoek nog niet wat het gaat stemmen en 2 procent twijfelt of het überhaupt gaat stemmen. Nog eens 1 procent is niet van plan een stem uit te brengen. Gevraagd naar het type partij – lokaal of landelijk en coalitie of oppositie – zegt 22 procent op een lokale partij te stemmen en 65 procent op een landelijke partij. 3 Procent zegt het liever niet en 10 procent weet het niet. Zo’n 38 procent stemt bovendien op een coalitiepartij en 31 procent op een oppositiepartij. Zo’n 31 procent weet het niet.

De stemmers onder de deelnemers zijn duidelijk intrinsiek gemotiveerd. Stemmen is een democratisch recht, zegt 73 procent. Stemmen geeft mij de kans om me te laten horen, zegt 59 procent. En als ik niet ga stemmen, mag ik ook niet klagen, zegt 39 procent. Zo’n 4 procent geeft een andere reden op om te stemmen, zoals zelf politiek actief zijn of de democratie willen legitimeren. Overigens zijn de meeste deelnemers voorstander van een actieve overheid die zich met het leven van haar inwoners bemoeit. Maar liefst 62 procent kan zich in die taak­omschrijving vinden en slechts 17 procent niet of helemaal niet. Een kleine 21 procent is neutraal.

Politieke voorkeur
Op welke beleidsterreinen zijn de deelnemers aan Ambtenarenpanel werkzaam? Die blijken een variëteit aan onderwerpen te beslaan: 9 procent houdt zich bezig met de economie, 8 procent met het milieu en 5 procent met recreatie. Sociale zaken en welzijn zijn goed voor respectievelijk 18 en 12 procent. Nog eens 20 procent geeft aan zich bezig te houden met ruimtelijke ordening en 53 procent is werkzaam op een ander terrein, bijvoorbeeld communicatie, informatiebeheer of bestuursonder­steuning.

De meeste deelnemers aan het onderzoek van Ambtenarenpanel komen in hun werk bestuurders tegen. Zo zegt 63 procent op zijn beleidsterrein te maken te hebben met bestuurders en 31 procent van niet. En 6 procent geeft als antwoord: anders. In hoeverre speelt de politieke voorkeur van de deelnemende ambtenaren een rol in de beleidsadviezen die ze aan bestuurders geven? Dat lijkt mee te vallen: 66 procent zegt dat zijn politieke voorkeur geen of bijna geen rol speelt. Bij 6 procent speelt het wel een rol en bij 19 procent speelt het af en toe een rol. Een soortgelijke verdeling zie je bij de vraag of ambtenaren rekening houden met de politieke voorkeur van hun bestuurders: 50 procent houdt daar geen of weinig rekening ermee en 24 procent af en toe. Slechts 7 procent houdt vaak rekening met de politieke voorkeuren van zijn bestuurders.

Onvoldoende kennis
Hoe oordelen de deelnemende ambtenaren over de gemeenteraadsleden die in de raad van hun gemeente zitten? Een ding is duidelijk: dat oordeel zou positiever kunnen zijn. Op de vraag of gemeenteraadsleden voldoende kennis hebben van de onderwerpen en terreinen waarover ze beslissingen moeten nemen, zegt slechts 20 procent ja en maar liefst 64 procent nee. En 15 procent heeft geen mening. Bij de vraag hoe dat komt, liegen de antwoorden er niet om. Raadsleden hebben onvoldoende technische kennis van een onderwerp, zegt 69 procent. Bovendien nemen ze niet de tijd om alle stukken te lezen, zegt 40 procent. Het opleidingsniveau van gemeenteraadsleden is te laag, vindt 28 procent. En ze hebben geen kennis van wet- en regelgeving, aldus 52 procent. Verder weten raadsleden niet dat ze ambtenaren vragen mogen stellen, aldus 20 procent, en 7 procent geeft aan dat er geen ondersteuning beschikbaar is vanuit de ambtelijke organisatie. Maar liefst 31 procent noemt andere redenen.

Via het college?
Onvoldoende ondersteuning uit de ambtelijke organisatie? Blijkbaar zijn ambtenaren niet te beroerd om de hand in eigen boezem te steken. Sowieso vinden ze dat raadsleden wel wat meer ondersteuning kunnen krijgen in hun werk. Slechts 24 procent vindt de huidige ondersteuning voldoende en 43 procent vindt die onvoldoende. 33 Procent heeft geen mening. Worden ambtenaren weleens direct benaderd door raadsleden met beleids­technische of inhoudelijke vragen? Ja, zegt 37 procent. Nee, zegt 29 procent. En respectievelijk 32 procent en 3 procent heeft in zijn werk niet te maken met het beantwoorden van vragen van raadsleden of heeft geen mening. Overigens vindt maar de helft van de ambtenaren rechtstreeks contact met raadsleden een goed idee: 50 procent is daar voorstander van. Maar liefst 41 procent vindt dat contact via het college moet lopen. En 9 procent heeft geen mening.

Hoe dan ervoor te zorgen dat raadsleden hun werk zo goed mogelijk uit kunnen voeren? Ze moeten meer professionele scholing krijgen, zegt 21 procent van de gemeenteambtenaren. Nog eens 16 procent ziet meer in een hogere vergoeding en meer uren, zodat raadsleden meer tijd aan hun raadswerk kunnen besteden. Meer ondersteuning van gemeenteambtenaren, kan volgens 30 procent een oplossing zijn en 15 procent is voorstander van het uitbreiden van de griffie. 18 Procent zoekt het in andere oplossingen of zegt het niet te weten.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *