Het rijk moet met decentrale overheden samenwerken aan digitalisering van de hele overheid. Hackers, geopolitieke spanningen en bigtechreuzen die te diep in onze systemen zitten: de digitale kwetsbaarheid van de overheid is pijnlijk duidelijk geworden. Met de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) wil het kabinet daar een einde aan maken. Voorzitter van de NDS-raad Nathan Ducastel ziet het als een kans om de digitale overheid opnieuw uit te vinden – gezamenlijk, veilig en met meer regie vanuit Nederland zelf.
De afgelopen 25 jaar is er bij de overheid veel gepraat over digitalisering, maar te weinig resultaat geboekt. Die scherpe premisse staat centraal bij de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, die het kabinet afgelopen zomer presenteerde. Omdat overheden vooral individueel aan de slag gegaan zijn met digitalisering, is er weinig samenhang in het beleid, en ook te weinig vooruitgang geboekt, vindt het kabinet.
Digitalisering staat inmiddels hoog op de bestuurlijke agenda, ziet Nathan Ducastel. Hij is voorzitter van de NDS-raad, die afgelopen september van start is gegaan en “gevraagd en ongevraagd” advies geeft over de voortgang en de uitvoering van de nationale strategie. Die is door het kabinet in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat er vanuit de overheid een eenduidig antwoord komt op de meest urgente digitaliseringsvraagstukken. Samenwerking en versnellen zijn daarbij de belangrijkste kernwoorden.
Ducastel nuanceert gelijk de stelling dat er echt te weinig van de grond gekomen is. ‘We zijn met zijn allen overgegaan op DigiD. De meeste overheden maken gebruik van MijnOverheid, en ook veel partijen gebruiken de berichtenbox die daarbij hoort. En ook het Digitaal Stelsel Omgevingswet is van de grond gekomen. Dus er zijn ook voorbeelden waarbij het af en toe lukt.’
Coronacrisis
Maar er is meer nodig. En dat bewustzijn groeit. Na de coronacrisis ontstond bij veel mensen het besef dat digitalisering meer is dan ‘een soort veredelde kantoorautomatisering’, zegt Ducastel. Door toepassingen als cloudsoftware en digitale vergaderprogramma’s als Zoom en Teams kon het werk op veel plekken bij de overheid tijdens de lockdown gewoon doorgaan. En nu is het de geopolitieke situatie, met een onvoorspelbare Amerikaanse president en actieve Russische hackers, die ons op de feiten drukt. Voor die belangrijke digitale toepassingen zijn we in Nederland toch wel erg afhankelijk geworden van buitenlandse dienstverleners. Is het dan niet verstandiger om meer zaken in eigen hand te nemen, en om als overheid gezamenlijk een veilige en toekomstgerichte digitale basisinfrastructuur verder te brengen? ‘We beseffen pas nu hoe groot de digitale revolutie echt is,’ beaamt Ducastel.
Incidenten zijn er genoeg. Het Openbaar Ministerie koppelde de interne digitale omgeving afgelopen zomer los van het internet, nadat hackers de systemen waren ingekomen. Thuiswerken kon bij het OM niet meer, en de maatregel leidde tot flinke moeilijkheden bij rechtszaken, omdat de toegang tot de digitale rechtbankstukken ook was afgesloten. Een hack bij de gemeente Hof van Twente legde in 2020 de dienstverlening plat en leidde tot een miljoenenschade. Een jaar eerder hadden cybercriminelen de systemen van de gemeente Lochem al gegijzeld. Het Internationaal Strafhof in Den Haag kwam in moeilijkheden toen Microsoft in opdracht van de Amerikaanse overheid de toegang tot e-mailservices afsloot, nadat het strafhof arrestatiebevelen uitvaardigde tegen onder meer de Israëlische premier Netanyahu. Die wordt door het strafhof verdacht van mogelijke oorlogsmisdaden in de Gazastrook, tot ergernis van de Amerikaanse president Trump.
*Dit is het eerste deel van een artikel uit Publiek Denken 59: i-Samenleving, lees hier verder.


