Volgens het AD gaven 148 overheidsorganisaties samen vorig jaar 2,4 miljard euro uit aan externe inhuur. In twee jaar tijd zijn die kosten met 19 procent gestegen.
Niet alleen ministeries slagen er niet in om de uitgaven aan extern personeel terug te dringen, maar ook provincies, gemeenten en waterschappen kampen met hetzelfde probleem. Al sinds 1998 staat in achtereenvolgende regeerakkoorden dat overheden zo min mogelijk externe flexwerkers aan moeten nemen, maar sindsdien zijn het er alleen maar meer geworden.
De Belastingdienst loopt voorop en huurde voor 272 miljoen euro aan extern personeel terwijl juist de Belastingdienst een vertrekregeling had opgezet met als doel 5.000 belastingambtenaren te laten uitstromen. Er zouden 1.500 voornamelijk ict-geschoolden voor terugkomen. De vertrekregeling mislukte, waardoor ambtenaren afscheid namen van de Belastingdienst die niet gemist konden worden.
Volgens het AD huurde het ministerie van IenM voor 252 miljoen euro externe mensen in; het ministerie van VenJ voor 237 miljoen. Het gaat vooral om flexibele werknemers met ervaring in informatie- en communicatietechnologie.
Ook grote gemeenten lukt het volgens het AD niet om de groei van de inzet van externen te beteugelen. Rotterdam verdubbelde de uitgaven daarvan in twee jaar tot 86 miljoen euro. Amsterdam betaalde vorig jaar zelfs 224 miljoen. De gemeenten voeren de decentralisatie en de bijbehorende extra taken die ze van het Rijk overgeheveld hebben gekregen aan als verklaring voor de externe inhuur.