Om aan de bouwopgave van één miljoen woningen voor 2030 te voldoen, moet er meer worden gebouwd in groene gebieden rondom steden. Dat schrijft het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in het rapport Ruimtelijke ordening en bouwlocaties.
Het EIB deed onderzoek in de zeven provincies met de grootste druk op de woningmarkt, waar voor 2030 bijna 900.000 woningen moeten worden gebouwd. Ze concludeert dat de huidige bouwplanning het mogelijk maakt om bijna 600.000 woningen op te leveren in de komende 10 jaar. Daarmee moeten nog aanvullende bouwlocaties worden gevonden voor ongeveer 300.000 woningen.
In het rapport wijst het EIB groene gebieden aan waar in totaal 380.000 extra woningen zouden kunnen komen boven op de bestaande plannen. In dit advies zijn geen beschermde natuurgebieden meegenomen, maar wel veel landbouwgrond. Het gaat uiteindelijk om 1,4 procent van de weilanden in de desbetreffende provincies.
Het huidige planaanbod is sterk geconcentreerd in binnenstedelijk gebied, vooral in de Randstad. Door zoekgebieden in groene ruimtes toe te voegen ontstaan niet alleen meer woningen, maar wordt ook meer balans aangebracht tussen binnenstedelijk aanbod en aanbod in groene ruimtes. Snelheid is een ander voordeel van bouwen op locaties buiten de steden, aldus de EIB. In steden heb je vaak te maken met vertragingen door aanpassingen aan infrastructuur. Bij het bouwen van huizen rondom de stad is vaak slechts eenvoudige nieuwe infrastructuur nodig is, waardoor het niet ingrijpend is voor het gebied. Daarnaast stuit woningbouw in al dichtbebouwd gebied vaak op bezwaren van omwonenden omdat zij bijvoorbeeld hinder ervaren van de bouwactiviteiten. Ook worden zij geconfronteerd met blijvende gevolgen, zoals verlies aan privacy.