De Nederlandse arbeidsmarkt verandert in razend tempo. Technologische innovatie, globalisering en verregaande flexibilisering zorgen voor dynamiek maar ook voor onrust. Arbeid moet anders worden georganiseerd, daar is iedereen het over eens. Maar de vraag is hoe? In ieder geval moet zekerheid gekoppeld worden aan mensen en niet aan contractvormen. En ook de sectorale indeling van het arbeidsmarktlandschap moet op de schop. Dat zijn twee van de uitkomsten van de Dialoogtafel Modernisering van de arbeidsmarkt die Publiek Denken in samenwerking met platform O op 13 februari jongstleden organiseerde.
Tijdens de dialoogtafel discussieerden acht deskundigen onder leiding van Arko van Brakel, CIO van het Semco Style Institute, over de toekomst van de Nederlandse arbeidsmarkt. ‘We moeten tot nieuwe wegen komen,’ aldus Bernard ter Haar, DG Sociale Zekerheid en Integratie op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
‘Er is de laatste jaren veel werk bijgekomen maar dat zit allemaal in flex. De WRR heeft onlangs de balans opgemaakt: zoveel flexibiliteit in de arbeidsmarkt leidt tot onzekerheid die de werkenden misschien niet ten goede komt. Het stelsel van sociale zekerheid sluit bovendien steeds slechter aan bij de arbeidsmarkt.’
‘We moeten zekerheid voor mensen organiseren in plaats van voor contracten,’ vult directeur Arbeidsmarkt van het CAOP Patrick Banis aan. ‘De arbeidsmarkt verandert enorm, en de positie van mensen dus ook. We hebben het dan niet alleen over werk maar ook over zingeving. Hoe zorg je dat mensen voelen dat ze nuttig zijn en erbij horen.’ ‘Welzijn is de nieuwe welvaart,’ zegt ook Reinier Castelein, voorzitter van vakbond De Unie. ‘Dat wil zeggen: de mens moet centraal staan, niet het systeem. Je moet het systeem laten volgen….’
Arbeidsfit
Volgens directeur van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) Marco Bastian en adjunct-directeur van de Algemene Bond Uitzendondernemeningen (ABU) Maurice Rojer moet het verschil tussen vast en flex verdwijnen. ‘De fixatie op contractvormen verstoort helder denken over de toekomst van de arbeidsmarkt,’ zegt Rojer. ‘Vooralsnog wordt over dit onderwerp vooral een discussie gevoerd in plaats van een constructieve dialoog,’ vindt Bastian. Hij pleit voor een aparte minister voor Arbeidsverhoudingen. ‘Een minister die de zaken zakelijker bekijkt en losser van de politieke kleuring.’
Bijzonder hoogleraar Onderwijs-arbeidsmarkt aan de Tilburg Law School Marc van der Meer ziet meer in samenwerking tussen de ministeries van SZW, EZ en OCW. Hij wijst op problemen die zich specifiek aan de onderkant van de arbeidsmarkt voordoen, zoals laaggeletterdheid, digibetisme en het nut en belang van technisch vakmanschap. Hij pleit voor een zogenoemde toerustingsagenda. ‘Die moet bestaan uit: 1) uitstekend onderwijs voor iedereen, een leven lang leren, 2) arrangementen die overgang begeleiden tussen school en bedrijfsleven en 3) een perspectief voor 138.000 jongeren die niet werken en ook niet op school zitten.’
Karin Sleeking, directeur A+O fonds Gemeenten voegt daar het probleem van de vergrijzing aan toe. ‘Bij gemeenten is de gemiddelde leeftijd van werknemers hoog en blijft de instroom van jongeren achter. Daarom is het van belang te werken aan arbeidsfitheid. Arbeidsfitheid meet je aan de hand van simpele vragen: hoe lang zit je op je huidige plek?; wanneer heb je voor het laatst over een opleiding nagedacht.’ Je moet zelf aan de lat staan, aldus Sleeking.
Scholing
Arbeidsfit, dat is allemaal leuk en aardig. Maar hoe zorg je bijvoorbeeld als zzp’er dat je arbeidsfit blijft. Volgens Maarten Post, voorzitter van ZZP-Nederland, gaat dat vanzelf als je doet wat je leuk vindt. ‘En ben je toe aan een nieuwe fase van je ondernemerschap dan kun je die zelf vormgeven. Zzp’ers kennen hun eigen marktwaarde en verkopen die,’ aldus Post.
Hoe zit dat dan bij flexwerkers? ‘Daar ligt een rol voor de uitzendbureaus en payrollbedrijven,’ zegt Rojer. ‘De waarde van een uitzendbureau is immers gelijk aan de waarde van zijn uitzendkrachten. Hoe arbeidsfitheid kan worden bevorderd? Door scholing. Maar er ligt ook een rol voor de uitzendkracht zelf. Zeker wanneer die wil blijven werken. Dan is het belangrijk dat ze zich bewust zijn van hun toekomst op de arbeidsmarkt.’ Bastian voegt daar aan toe: ‘De meeste scholingstrajecten zijn kort-cyclisch. Maar soms zijn er langere trajecten nodig. Dat blijkt lastig voor lager geschoolden.’
‘Scholing van mensen op bijvoorbeeld mbo-niveau is een issue,’ bevestigt ook Patrick Banis. ‘Neem de thuiszorg waar veel werknemers hun baan zijn kwijtgeraakt. Als je hen vraagt wat ze erger vinden – hun baan verliezen of een opleiding volgen – kiezen ze het laatste.’ ‘Er zijn ook hoogopgeleiden die niet langer ‘voldoen’ door technologische ontwikkelingen,’ vult Castelein aan. ‘We moeten opletten dat we daarin niet de verkeerde keuze maken. Die mensen zijn ondernemend maar hebben wel aanwijzingen nodig.’
Volgens Ter Haar wordt er aan opleidingen relatief weinig gedaan voor mensen die geen vast arbeidscontract hebben. ‘Het beeld is heel divers: er zijn zzp’ers die zich goed redden maar er zijn er ook veel die heel afhankelijk zijn en geen zeggenschap hebben over hun eigen tarief. Zij zitten minder aan het stuur van hun eigen ontwikkeling.’ Marc van der Meer bevestigt wat Ter Haar naar voren brengt. ‘Lang niet iedereen is even zelfstandig en onafhankelijk. Dan ben je dus afhankelijk van een netwerk. Het organiseren daarvan is steeds meer een kunst. En dat is dus voor sommige sectoren lastiger dan andere.’
De zaken met zelfstandig ondernemers zijn behoorlijk geproblematiseerd, vult Post aan. ‘Er worden maatregelen genomen die zo generiek zijn dat ze een last zijn.’ Het onderwijs zou meer aandacht aan ondernemerschap moet besteden, vindt hij. Dan stel je mensen in staat om zelf te kiezen of ze ondernemer willen worden of niet.’
Sectorale indeling
Scholing is belangrijk, daarover zijn alle deelnemers het duidelijk eens. Maar de vraag is: hoe betaal je dat? De sectorale scheidslijnen tussen O&O-fondsen vormen een probleem. Sommige van de deelnemers pleiten daarom voor een intersectoraal fonds. Andere wijzen erop dat er nog steeds veel ‘sectorale activiteit’ plaatsvindt.
De sectorale indeling van het arbeidsmarktlandschap is een probleem, zegt ook Bernard ter Haar. ‘Bedrijven laten zich daarin niet vangen en werknemers mogen er niet op rekenen dat ze hun hele loopbaan in een sector doorbrengen. Toch is het hele overleg, de structuur en wetgeving daarop ingericht. Daar moeten we inderdaad iets aan doen.’ Maar de overheid kan dat niet alleen, aldus Ter Haar. ‘De rol van de sociale partners daarbij is belangrijk. We hebben hen nodig voor maatschappelijk draagvlak. Als het gaat om nieuwe arrangementen, bijvoorbeeld scholing, sociale dienstplicht, of ergens tussen je veertigste of je vijftigste een break nemen om een nieuwe keuze te maken, dan moeten we daarover praten. Maar het moet ook uit de arbeidsmarkt zelf komen. We moeten het samen doen: het rijk met sociale partners.’
Doorontwikkelen
Ter afsluiting van de discussie komen de deelnemers met tips voor een nieuw kabinet. ‘Kijk of er nieuwe arrangementen mogelijk zijn tussen vast en flexibel werk waardoor er een balans ontstaat tussen oudere en jongere werknemers,’ zegt Karin Sleeking. Maarten Post: ‘Betrek zzp’ers bij overleg van de arbeidsmarkt. En behandel zzp’ers niet als werknemers maar als onafhankelijk ondernemers.’ Reinier Castelein benadrukt nog eens het belang van ‘de mens’. ‘Die moet je zichtbaar maken. Registreer bijvoorbeeld hoeveel mensen er werken in plats van niet. Daar maak je een probleem mee zichtbaar. Er zijn mensen die niet werken maar niet zichtbaar zijn in werkeloosheidscijfers omdat ze niet elke vier weken solliciteren. Dat zijn 700.000. Als je dat optelt bij het aantal officiële werkelozen, ga je dik over een miljoen heen.’
‘Er is veel gezegd over de complexiteit,’ zegt Patrick Banis. ‘Durf te experimenten hoe je maatwerk kunt krijgen. Het is niet langer one size fits all.’ Marco Bastian en Maurice Rojer onderstrepen nogmaals dat we de fixatie op vast versus flex moeten loslaten. Rojer: ‘In plaats daarvan moeten we mobiliteit op de arbeidsmarkt faciliteren. Dat kan met individuele opleidingsbudgetten maar ook met zaken die je collectief moet regelen.’ ‘Kijk goed naar de vigerende wet- en regelgeving,’ vult Bastian aan. ‘Zeker daar waar deze beperkingen opleggen.’
Volgens Bernard ter Haar is het belangrijk om stappen te zetten om betere aansluiting te krijgen met het sociale stelsel. ‘Zodat er borging ontstaat waar dat ontbreekt en meer mensen de kans krijgen om te werken. Het meest urgent is echter: arbeidsongeschiktheid regelen voor iedereen.’ ‘De enige kans voor een nieuw kabinet is om door te ontwikkelen,’ zegt Marc van der Meer. ‘Teruggrijpen op de kennis- en innovatie-agenda van het laatste kabinet-Balkenende en die herijken. Overnieuw beginnen is gewoonweg geen optie.’