nieuws

Community of Practice als energietransitieversneller

De weg naar een duurzame samenleving is geplaveid met lastige dossiers. Samen het wiel uitvinden met professionals die voor dezelfde uitdagende vraagstukken staan, blijkt processen aanzienlijk te versnellen. Binnen het kennisprogramma DuurzaamDoor van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) is zeer goede ervaring opgedaan met de Community of Practice (CoP). Energieke ambtenaren leerden en experimenteerden samen rond duurzame vraagstukken en wisten zo doorwrochte en geïnspireerde nieuwe stappen te zetten in eigen gemeente en regio.

Senior adviseur Irma Straathof van DuurzaamDoor: ‘Een Community of Practice is
een uitstekend instrument om oplossingen te vinden of doorbraken te creëren rond urgente en vooral complexe duurzaamheids- thema’s op gebied van natuur, energie, voedsel en de circulaire economie. In DuurzaamDoor staat een lerende aanpak daarbij centraal. Wij adviseren over de inzet van werkvormen als coalitievorming, intervisie, thematafelen en sociaallab. We experimenteren al sinds 2011 met de CoP als werkvorm om de ontwikkeling naar een duurzame, groene economie te versnellen. De kracht van de CoP is het groepsgevoel en het vertrouwen dat tussen de deelnemers ontstaat. Wat de deelnemers bindt is een gemeenschappelijke noodzaak om het vraagstuk op te lossen of een doorbraak te creëren.’
De community biedt hun een experimentele leeromgeving en een ontmoetingsplek, waar ze op een informele manier kennis en ervaringen kunnen delen, aldus Straathof. ‘En samen verder kunnen leren en experimenteren. Zo vinden ze nieuwe manieren om met het vraagstuk om
te gaan in hun eigen situatie. Omdat de deelnemers elke keer langere tijd samen zijn, vaak 24 tot 36 uur, en trajecten een jaar tot anderhalf jaar kunnen duren, ontstaat een open sfeer van vertrouwen en samen op weg zijn. De gezamenlijke focus vergroot de kans dat nieuwe oplossingen daadwerkelijk in de praktijk worden toegepast.’

MOED
Pieter Biemans, senior beleidsmedewerker Klimaat en Energie van
de gemeente Tilburg, was een van de deelnemers van de eerste CoP die door DuurzaamDoor werd geïnitieerd rond lokale energiebedrijven. ‘Door het hele land ontstonden initiatieven voor lokale energiebedrijven en -coöperaties, ook in Tilburg. Hoe moest je je daar als gemeente toe verhouden? Niemand had nog een antwoord. Binnen de CoP kon ik me samen met 20 collega’s van andere gemeenten in het onderwerp verdiepen, kennis en inzichten delen en input vragen voor onze eigen situatie, onder deskundige leiding van procesbegeleiders. Het simpele feit
dat je ’s avonds begint, overnacht, en elkaar de volgende ochtend weer treft en doorgaat, levert een heel andere sfeer en uitkomst, dan in een workshopachtige setting van een middag
of een dag. Er ontstond een saamhorigheid, een hechte groep, waarin we gezamenlijk eigenaar werden van ieders vraagstukken. Mede door de CoP hebben we in Tilburg geen eigen lokaal energiebedrijf opgezet, maar zijn we met MOED gestart, de Midden- Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij voor Energie en Duurzaamheid. Dit is een publiek-private onderneming die samen met ondernemers, onderwijs en overheid initiatieven ondersteunt en ontwikkelkracht levert op het gebied van energiebesparing en collectieve duurzame energieopwekking in Midden-Brabant.’
Complexe duurzame vraagstukken gaan over de grenzen van organisaties en sectoren heen en raken veel partijen. Straathof: ‘Gemeenten kunnen die vraagstukken niet meer alleen oplossen en moeten samenwerken met alle betrokken partijen in de samenleving. Maar hoe doe je dat? En vanuit welke rol? De gemeenteambtenaren die zich bijvoorbeeld met energiebesparing in de gebouwde omgeving of lokale opwek bezighouden, zijn vaak eenlingen in
de organisatie. Ze lopen voorop in de materie, maar kunnen daarover binnen de eigen organisatie nauwelijks van gedachten wisselen en lopen tegen weerstanden aan. Om deze ambtenaren beter toe te rusten in hun rol hebben we in 2015 en 2016 samen met de VNG twee CoP’s georganiseerd rond de rol van de gemeente in de energieke samenleving. Dat leverde tien lessen op over hoe je een energieke samenleving kunt realiseren en zorgde dat de energieke ambtenaar de kansen en uitdagingen van de energieke samenleving binnen de eigen organisatie, maar ook bij de gemeenteraad beter voor het voetlicht kon brengen.’

Leren
Hoe de route naar een volledig schone energievoorziening in Nederland er precies uitziet is nog onbekend. Toen de VNG in 2016 samen met het rijk, de Unie van Waterschappen en het IPO besloot om de energietransitie regionaal een impuls te geven en pilots opzette voor het maken van een regionale energiestrategie in vijf regio’s, was een lerende aanpak de enige zinvolle. De CoP werd als werkvorm ingezet om ambtenaren uit de verschillende regio’s met elkaar te verbinden en samen te leren. Peter Schmeitz, programmamanager Energieke Samenleving bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, was met zijn team bij de CoP’s betrokken: ‘De CoP zorgde voor onderlinge kruisbestuiving. Er bleken geen kant-en-klare oplossingen te zijn die overal kunnen worden toegepast; elke regio heeft z’n eigen uitdaging en cultuur. Maar door samen op te trekken verbreed je je blik en kun je gezamenlijk de mogelijke stappen verkennen.’ ‘Leren is cruciaal in de moderne samenleving. De maatschappelijke thema’s zijn zo complex geworden dat leren het hart wordt van een aanpak. Ook
 op landelijk niveau. In maart starten we met de onderhandelingen voor het nieuwe Klimaat- en Energieakkoord.
De vijf betrokken sectoren elektriciteit, gebouwde omgeving, industrie, landbouw en mobiliteit werken hun bijdrage aan de doelstellingen van
het regeerakkoord uit. Daarna volgt een uitwerking op regionaal niveau, waarbij uiteindelijk groepen uit de volle breedte van de samenleving zullen worden betrokken. We moeten alle bestaande kennis benutten om de ambitieuze doelstelling van 49 procent broeikasgasreductie in 2030 te behalen. Om die kennis te bundelen en verder te ontwikkelen is de Community of Practice een zeer effectieve samenwerkingsvorm.’

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *