De Europese Unie neemt besluiten die diep ingrijpen in het leven van burgers. Vaak buiten het zicht van nationale parlementen. Burgers verzetten zich in toenemende mate tegen de Europese integratie. Hoogleraar International governance Kutsal Yesilkagit pleit voor grondig onderzoek naar het functioneren van grensoverschrijdende bestuursvormen en hoe politici hun ambtenaren aansturen.
In zijn oratie op 26 augustus aanstaande bespreekt hoogleraar Kutsal Yesilkagit, tevens decaan van de Faculteit Governance and Global Affairs van de Universiteit Leiden, het dilemma van politici. Om de eigen burgers te beschermen tegen het kwade in de wereld moeten staten juist vergaand met elkaar samenwerken, stelt hij. Zij dienen enerzijds hun nationale bestuurlijke systemen verder te integreren, maar tegelijkertijd ervoor te zorgen dat burgers zich vertegenwoordigd voelen. Yesilkagit noemt dit de grenzeloze staat.
De decaan pleit voor meer controle van de nationale staat, van gekozen politici en hun ambtenaren, op het functioneren van de grensoverschrijdende bestuursvormen. Hij wil onderzoeken of politici internationale netwerken wel goed kunnen aansturen, controleren en ter verantwoording roepen. En in hoeverre nationale politieke factoren een rol spelen bij de inrichting van grensoverschrijdend bestuur.
De laatste decennia functioneren grensoverschrijdende overheidsnetwerken relatief onafhankelijk van staten. Zij zijn als spinnenwebben gesponnen tussen ministeries en andere bestuurlijke organen binnen staten, internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en internationale ngo’s. ‘Dankzij deze netwerken werken staten effectiever samen. Maar een nadeel is dat nationale parlementen weinig tot geen grip hebben op deze netwerken van ambtenaren.’ Hij wijst op de macht van ambtenaren die experts zijn op hun terrein. Onderwerpen als bescherming van persoonsgegevens in het internationale verkeer zijn dikwijls zo complex dat je experts nodig hebt om die te begrijpen.
Het is tijd dat we in Europa nadenken hoe wij in bestuurlijk opzicht de EU moeten aanpassen, aldus Yesilkagit. ‘De EU is teveel een bestuurlijke beleidsmachine geworden die primair gericht is op de harmonisatie van het EU-beleid binnen de lidstaten. Maar Europa is in politiek, bestuurlijk en maatschappelijk opzicht cultureel te divers om zich te laten persen in generieke standaarden. Daarom moet de nationale inbreng in grensoverschrijdende vormen van bestuur verstevigd worden.’