Als het gaat om internettoegang, is Nederland een Europese koploper. In 2017 had 98 procent van de Nederlandse huishoudens thuis internet. Ook met snelle breedbandverbindingen behoort Nederland tot de top. Dat blijkt uit een analyse door het CBS van cijfers van Eurostat.
Ook Luxemburg en Denemarken (97 procent), Zweden (95 procent) en Finland (95 procent) behoren in Europa tot de kopgroep van landen met de meeste huishoudens met een internetaansluiting. Binnen de EU had gemiddeld 87 procent van de huishoudens in 2017 een internetaansluiting, een toename van 4 procentpunten vergeleken met 2015. Toen stond Luxemburg met 97 procent bovenaan, gevolgd door Nederland met 96 procent.
Nederland en Zweden scoorden in 2017 met 87 procent het hoogste in Europa als het gaat om internetgebruik met mobiele apparaten, buitenshuis of buiten het werk. Gemiddeld gebruikte in de EU 65 procent van de bevolking -van 16 tot en met 74 jaar- vorig jaar internet op mobiele apparaten. Nederland heeft een snelle groei meegemaakt. In 2012 was nog maar 55 procent van de bevolking mobiel internetgebruiker. In Zweden gebruikte vijf jaar geleden al 70 procent van de mensen het mobiele internet buitenshuis of buiten het werk.
In 2017 gebruikte 84 procent van de Nederlanders en Zweden een smartphone buiten het huis of werk. Zij liepen daarmee voorop in de EU, waar gemiddeld 63 procent gebruik maakte van een smartphone. In 2015 was het smartphonegebruik een stuk lager in Nederland en Zweden, toen maakte respectievelijk 71 procent en 74 procent van de inwoners gebruik van een smartphone.