Vandaag komt Kabinet aan zet uit: de eerste editie van een jaarlijkse special en e-zine waarmee Publiek Denken gedurende vier jaar de kabinetsplannen tegen het licht houdt, waar nodig kanttekeningen plaatst en al dan niet andere oplossingsrichtingen aanreikt. In deze editie staan we stil bij het nieuwe regeerakkoord: wat moeten belangrijke speerpunten zijn, welke beleidsopties heeft het kabinet en welke gevolgen voorzien we voor wie? Thema’s die onder andere aan bod komen zijn:
* Toekomstbestendig bestuur – volgens bestuurskundige Martijn van der Steen (NSOB) en Jorrit de Jong (Harvard) is timmeren aan het Huis van Thorbecke zinloos. Beweeglijke, adaptieve structuren zijn beter dan een heel nieuw stelsel.
* Steden en regio’s – een nieuw kabinet moet scherper nadenken over de vraag hoe het regionale ontwikkeling kan faciliteren, zeggen directeur van PBL Hans Mommaas en voorzitter van Bouwend Nederland Maxime Verhagen. ‘Onderscheidbeleid’ is het toverwoord.
* Arbeidsmarkt – het nieuwe kabinet is van plan de arbeidsmarkt te moderniseren. Sociologen Fabian Dekker (Regioplan Beleidsonderzoek) en Romke van der Veen (SER en Erasmus Universiteit Rotterdam) vinden dat een goed plan. Niks doen is geen optie.
* Pensioenen – een goed pensioen kan alleen worden gerealiseerd in een collectief stelsel met brede verplichtstelling, zeggen economen Bernard van Praag (emeritus hoogleraar UvA) en Coen Teulings (University of Cambridge). Zonder verplichtstelling worden pensioenen onbetaalbaar. De discussie die wordt gevoerd over keuzevrijheid vinden ze een verspilling van tijd.
* Belastingstelsel – het is een onderwerp dat om de zoveel jaar de kop opsteekt: moet het belastingstelsel niet eenvoudiger worden gemaakt? De vraag is of de Belastingdienst het realiseren van politieke ambities wel aankan, aldus hoogleraar fiscaal recht Henk Vording (Universiteit Leiden).
Andere onderwerpen zijn: Europa, big data, gezonde en vitale leefomgeving, klimaaturgentie, innovatie, veiligheid, zorg en onderwijs.
Het voorwoord van Kabinet aan zet is geschreven door de vice-voorzitter van de Raad van State Piet Hein Donner. Volgens Donner is het goed om de beleidsagenda van een nieuw kabinet niet alleen te beoordelen op basis van de voornemens op het moment dat zij gepresenteerd worden, maar om deze gedurende een aantal jaren te volgen en hun doorwerking en uitwerking te evalueren. Daarbij gaat het niet alleen om de vraag of een beleidsmaatregel het oorspronkelijk beoogde effect heeft, maar ook om de niet-beoogde effecten en de vraag of de samenleving en burgers er iets mee zijn opgeschoten.