Het wetsvoorstel tot uitbreiding van de personele reikwijdte van de Wet normering topinkomens (WNT-3) regelt dat werknemers in de (semi)publieke sector niet meer verdienen dan een minister. Minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (zie foto) stuurt het voorstel voor advies naar de Raad van State. Daarmee zet hij de laatste stap in de uitvoering van het regeerakkoord op dit punt. Eerder al werd voor bestuurders het maximaal te verdienen salaris ingesteld per 2013 en teruggebracht naar een ministersalaris per 2015 (181.000 euro in 2017). Met het nieuwe voorstel gaat dit maximum niet alleen voor bestuurders gelden, maar voor alle werknemers bij instellingen die onder de Wet normering topinkomens vallen.
Het stellen van een maximale bezoldigingsnorm draagt volgens de minister bij aan het vertrouwen in en maatschappelijk draagvlak voor de (semi)publieke sectoren. Met deze wet wordt een eind gemaakt aan zeer hoge beloningen, bijvoorbeeld voor managers die niet als topbestuurder aangemerkt worden en voor wie dus geen maximum geldt. In uitzonderlijke situaties blijft het mogelijk een uitzondering te maken.
Medisch specialisten vallen, zoals eerder besloten in het Zorgakkoord, buiten het wetsvoorstel, evenals luchtverkeersleiders, in navolging op het advies van de commissie Vreeman.