Het kabinet, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de branchevereniging voor financiële hulpverleners NVVK en de vereniging van directeuren in het sociaal domein Divosa zetten vandaag hun handtekening onder een gezamenlijk plan om de schuldhulp in Nederland te versterken. Het plan – de basisdienstverlening schuldhulpverlening – leidt tot een hulpaanbod dat toegankelijker is en in iedere gemeente bestaat uit minimaal dezelfde elementen.
Hoe gemeenten hun inwoners met schulden ondersteunen, bepalen gemeenten zelf. Het plan is een reactie op constateringen, zoals die van de Nationale Ombudsman, dat de toegankelijkheid van schuldhulpverlening sterk kan verschillen per gemeente. De introductie van een basisdienstverlening trekt de dienstverlening op het gebied van schulden gelijk. Het rijk stelt vanaf dit jaar structureel 40 miljoen euro extra beschikbaar om onder andere de basisdienstverlening te kunnen implementeren.
Onder de basisdienstverlening valt onder andere een hulpaanbod dat toegespitst is op verschillende doelgroepen. Ook het standaard aanbieden van een saneringskrediet met aflostermijn van 18 maanden en het bieden van begeleiding en nazorg zijn onderdeel van de basisdienstverlening. Zo spreken de 4 partijen af dat er bijvoorbeeld altijd persoonlijk contact wordt opgenomen als iemand na afronding van een schuldhulptraject opnieuw in de schulden dreigt te komen.
Deze bestuurlijke afspraken zijn onderdeel van de ambitie van het kabinet om in 2030 het aantal mensen met schulden gehalveerd te hebben. Nu zijn er nog 726.000 huishoudens in Nederland met problematische schulden. Invoering van de basisdienstverlening moet ervoor zorgen dat het aantal mensen dat met hulp van de gemeente duurzaam schulden oplost, verdubbelt.