Het versneld bijbouwen van tijdelijke woningen (flexwoningen) loopt vertraging op, maar belemmeringen voor het plaatsen van deze woningen worden steeds beter opgelost. Dat zegt PBL-onderzoeker Jolien Groot in een podcast over flexwonen van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).
Zo wordt er constructiever dan voorheen gesproken over onzekerheden in financiering en geeft Hugo de Jonge (minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) flexwonen duidelijk prioriteit. Maar, zo stelt De Groot, om de woningcrisis echt op te lossen zou de minister dezelfde energie in het creëren van permanente woningen moeten steken.’
Vorig jaar mei is de Taskforce Versnelling Tijdelijke Huisvesting opgezet door De Jonge. Doel daarvan is het realiseren van 37.500 flexwoningen tot 2024. De taskforce moet gemeenten, provincies, corporaties en marktpartijen informeren en activeren.
De totale woningbouwopgave bedraagt 900.000 woningen, die het kabinet gebouwd wil hebben in 2030. Per jaar komt dat neer op zo’n 100.000 woningen, maar dat aantal wordt tot dusver bij lange na niet behaald.