Het gaat nog steeds te vaak mis tussen overheid en burger. De Tweede Kamer moet daarom wetgeving maken die simpel en begrijpelijk is. Dat constateren de Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman in hun jaarverslag van 2020.
Volgens Nationale ombudsman Reinier Van Zutphen is het voor politici en ambtenaren heel ingewikkeld om uit het eigen systeem te stappen. Alles wat de Toeslagenaffaire veroorzaakte is er nog: ambtenaren en politici die strak volgens de regels handelen, een hardheidsclausule – de mogelijkheid van een overheidsorgaan om van wetgeving af te wijken – in een wet opnemen die zo geformuleerd is dat ze nooit gebruikt wordt. Het helpen van mensen komt zo op de tweede plaats.
Het oplossen van problemen moet en kan beter, staat in het jaarverslag. De komende tijd blijven veel mensen de overheid hard nodig hebben. Bijvoorbeeld ondernemers die gebruikmaken van de ruimhartige steunmaatregelen, maar straks moeten terugbetalen en daardoor in de problemen komen. Deze problemen op de oude voet aanpakken is geen optie. De overheid zou zich naar deze groep barmhartig en ruimhartig moeten opstellen, aldus de ombudsman.
Het is aan de overheid om burgers weer vertrouwen in overheidsinstanties en de politiek te geven. De ombudsman wil om dit te realiseren vaker met de Kamers praten over hun aanbevelingen en adviezen. De overheid is er voor de burger en niet andersom, stelt Van Zutphen. Daarom moet de overheid wetten en regels maken die begrijpelijk en hanteerbaar zijn. Anders laat je de burger in de steek, maar ook de ambtenaar in de uitvoering.