Woningzoekenden met een migratieachtergrond worden in Nederland vaker afgewezen voor een huurhuis dan woningzoekenden zonder migratieachtergrond. Dat blijkt uit de monitor Discriminatie bij woningverhuur, opgesteld door Art.1/RADAR in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
De onderzoekers onderzochten de eerste stappen van het verhuurproces, waarbij ze met fictieve namen reageerden op advertenties. Deze klonken Nederlands, Pools of Marokkaans. De resultaten lieten zien dat kandidaat-huurders met een Pools of Marokkaans klinkende mannennaam minder kans hebben om uitgenodigd te worden voor een bezichtiging dan de personen met een Nederlands klinkende naam.
In het onderzoek werden mystery calls uitgevoerd waarbij een fictieve verhuurder makelaars verzocht om hun woning niet te verhuren aan mensen met een migratieachtergrond. Meer dan een derde van de makelaars stemde in met het verzoek bepaalde huurders uit te sluiten.
Voor minister Ollongren van BZK zijn de onderzoeksresultaten aanleiding om de aanpak tegen discriminatie op de woningmarkt verder te intensiveren. Gemeenten krijgen een nieuw wettelijk instrumentarium en handhavingsmogelijkheden. Op deze manier kunnen zij in de toekomst landelijk uniforme regels toepassen en onder voorwaarden een vergunning voor verhuurders instellen. Het tegengaan van discriminatie is een belangrijk onderdeel in de uitwerking daarvan
Zeer interessant. Misschien ook gekeken kan worden (onderzocht worden) naar discriminatie bij de afhandeling van toewijzing verkoop kavels, bestemmingsplanwijzigingen en de aanvragen voor woningbouw (nieuwbouw).