Het kabinet wil uiterlijk op 1 januari 2022 10.000 extra woonplekken realiseren voor dak- en thuislozen. Dat is één van de centrale doelstellingen van de brede aanpak van dak- en thuisloosheid van minister Ollongren en staatssecretarissen Blokhuis en Van Ark.
De extra woonplekken moeten een doorbraak vormen in een systeem dat vast zit, aldus staatssecretaris Blokhuis. Voortaan moet niet opvang, maar wonen (met benodigde begeleiding) het uitgangspunt zijn. Wel moet maatschappelijke opvang vernieuwd worden, door grote slaapzalen om te bouwen naar één- of tweepersoonskamers en meer aandacht te geven aan begeleiding op maat en dagbesteding.
Ook het voorkomen van dak- en thuisloosheid heeft een nadrukkelijke plek in de aanpak. Zo wil het kabinet het aantal huisuitzettingen ten gevolge van schulden verder terugdringen. Ook wordt gestimuleerd dat gemeenten afspraken maken met woningcorporaties, zodat er voldoende woonplekken beschikbaar zijn voor mensen die uitstromen uit bijvoorbeeld detentie, een GGZ-instelling of de jeugdzorg.