Max Weber schreef: ‘Een echte ambtenaar […] moet gezien zijn eigenlijke beroep geen politiek bedrijven, maar besturen. Dat wil zeggen: onpartijdig besturen.’ Onpartijdig besturen. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Mensen die voor de overheid werken, of dat nu een bestuurder is die in Den Haag beleidsstukken schrijft of een leraar in Den Bosch, drukken hun stempel op de inrichting van de publieke orde. Politici verlaten zich bij beleidsontwikkeling ook op de specifieke kennis van ambtenaren. Ambtelijke bestuurders zullen de keuzes van ministers altijd voorbereiden. Door deze afhankelijkheid kunnen verhoudingen tussen politiek en overheid gemakkelijk uit de pas gaan lopen.
Een goed voorbeeld van dergelijke scheefgroei is de macht van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Outbreak Management Team (OMT) in de aanpak van COVID-19. Sinds de uitbraak van COVID-19 komt het zelden voor dat politici afwijken van de beleidssuggesties van het RIVM en het OMT. Ondanks het onbehagen van een aanzienlijk deel van de bevolking bij bijvoorbeeld de schoolsluitingen en avondklok wordt dit beleid ook niet gedetailleerd toegelicht. De modellen zeggen dat het moet. Daardoor ontstaat gemakkelijk de indruk dat de beslismacht ligt bij topambtenaren en de experts die zij consulteren. Het is de vraag of politici überhaupt wel genoeg slagkracht hebben om de vele experts aan te sturen en hun adviezen op waarde te schatten.
*Dit is het eerste deel van een artikel uit Publiek Denken 25: Leefomgeving. Lees hier verder
Beeld: ANP